Paul Cézanne en de Sainte-Victoire

Cézanne was gefascineerd door het 1011m hoge kalksteenmassief dat zich ten oosten van Aix-en-Provence verheft: de Montagne Sainte-Victoire. Kleuren zijn belangrijk en vormen een eigen structuur van kleine rechthoekige vlakjes die geen duidelijke objecten voorstellen. Cézanne zocht in zijn schilderkunst een diepere waarheid en wilde dit bereiken met het gebruik van licht en kleur. Hij creëerde tegelijkertijd orde en rust op zijn doeken en initieerde een nieuwe schilderkunst... postimpressionisme. Paul Cézanne (1838-1906) wordt in Aix-en-Provence geboren als zoon van een hoedenmaker. Hij zal zijn hele leven verbonden blijven met het licht en het landschap van de Provence. In 1901, na de verkoop van het familiebezit, le Jas de Bouffan, koopt de schilder een 18de-eeuws buitenhuis aan de Chemin des Lauves. Hij laat een atelier naar eigen ontwerp bouwen vanwaar hij uitzicht heeft op de Montagne Sainte-Victoire. U kunt het atelier met de weelderige tuin bezoeken maar de Cézanne route is interessanter.

‘Route de Cézanne’

U begint bij ‘le Jas de Bouffan’, het familiebezit waar Cézanne meer dan 15 aquarellen en 17 schilderijen heeft gemaakt. Daarna hoeft u eigenlijk alleen maar de borden van de ‘route de Cézanne’ te volgen. Maandelijks, wekelijks, ja, soms dagelijks liep de schilder deze kronkelende weg. Na een bocht staat u plotseling, oog in oog met het mysterieuze ‘Chateau Noir’. Cézanne huurde er een paar kamers om zo de geometrische contouren van de steengroeven van Bibemus en van de rotsmassa van de Sainte-Victoire beter te kunnen bestuderen en te kunnen schilderen.

De volgende stop is het Château du Tholonet. De vader van de schrijver Emile Zola liet hier een dam bouwen. Achter het château kunt u het Romeinse aquaduct zien, dat vereeuwigd is op een van zijn doeken. De Romeinen legde dit aquaduct trouwens aan om Aquae Sextiae, het huidige Aix-en-Provence, van water te kunnen voorzien.

U volgt nog steeds de D17 en komt langs het beroemde restaurant Relais Cézanne waar de schilder graag met zijn vrienden vertoefde. Breng ook een bezoek aan de molen van het gehucht Tholonet. Dit was zijn lievelingsplek vanwaar hij een weids uitzicht had over de omgeving en zijn geliefde berg. Volg de D17 naar het, in een schitterend landschap gelegen Saint-Antonin, met op de achtergrond het decor van kartelende kalkrotsen. Bezoek ook het, aan de voet van de Sainte-Victoire gelegen, dorpje Puyloubier.

U neemt nu de D57 richting Trets, vervolgens de N7, en slaat na 2km rechtsaf, richting Rousset om vervolgens de D56 naar Peynier te nemen. Volg de weg totdat u bij een kruising, de weg inslaat naar het dorp Gardanne.

Cézanne verbleef 15 maanden in dit Provençaalse dorp. Van augustus 1885 tot oktober 1886 woonde hij op nummer 27 aan de Cours Forbin. Tijdens deze periode trouwde hij Hortense Fiquet en ging hun zoontje hier naar school.

U komt langs de door Cézanne geschilderde 14de-eeuwse vestingen, de Porte de Trets en ontdek het enige, door hem vereeuwigde Provençaalse dorpje. Op deze plek wist Cézanne de basis te leggen voor de ‘moderne kunst’. Hij wenste diepte te creëren in zijn schilderijen zonder de helderheid van de kleuren daarbij op te geven. Hij wilde de natuur niet nabootsen maar scheppen op zijn doeken. Het impressionisme moest iets steviger en duurzamer worden en zo worden kleuren, rechthoekige vlakjes en cilinders die losraken van het doek.

Bezoek aan het einde van de route ook de Pont-des-Trois-Sautets, die de Arc overspant. Dit is de rivier waar de badende dames -les Grandes Baigneuses- verkoeling en ontspanning zochten.