Dwars door Cuba: het prille Havana
Havana kan gemakkelijk als één van de meest sfeervolle steden van het Latijnsamerikaanse continent bestempeld worden en is een stad die geen enkele Cuba-bezoeker links kan laten liggen. Cubaanse oldtimers, pittoreske pleinen, indrukwekkende monumenten, Spaanse koloniale architectuur, tonnen geschiedenis, muziek, dans, volop leven, Havana heeft alles ! Bovendien staat het op de Unesco-werelderfgoedlijst sinds 1982.
Havana als werelderfgoed en topbestemming
Dat Havana buiten de hoofdstad van Cuba ook één van de 14 provincies van het land is, wordt vaak over het hoofd gezien. Begrijpelijk, gezien het gaat om één van de kleinste provincies van het land, de rest van de provincie eigenlijk niet veel te bieden heeft aan een doorsnee bezoeker en vooral omdat de stad zelf met al wat ze in aanbod heeft nu eenmaal alle aandacht naar zich toe trekt (met driedubbel recht en rede).
Havana bezoeken in 1 dag is onmogelijk, in twee dagen quasi onmogelijk. Havana is immers een stad waar men gemakkelijk een week kan doorbrengen zonder zich te vervelen. Wie geschiedenis zoekt, vindt die in Havana bij de vleet, wie het moet hebben van architectuur of koloniale monumenten evenzeer. Zoekt u sfeer, muziek, dans, Havana biedt alles. Een bezoek aan deze meer dan twee miljoen tellende stad begint meestal in het oude centrum, La Habana Vieja, net het gedeelte dat werelderfgoed is geworden.
Stichting van Havana
Het oude Havana ligt aan een baai, een diepe baai die met haar perfecte flessenhalsopening een gemakkelijk te beschermen plaats vormde die ideaal bleek voor de uitbouw van een haven en een stad. Nochtans was dit niet de oorspronkelijke vestigingsplaats van Havana.
Het oorspronkelijke Havana, of San Cristobal de la Habana, zoals de volledige naam luidt, werd gesticht in 1514 aan de zuidkust van Cuba. Op de plaats waar Havana nu ligt bevinden we ons immers op het smalste gedeelte van Cuba: 35 km van noordkust tot zuidkust. Die zuidelijke stichtingsplek bleek al gauw niet zo interessant te zijn. Het was immers een moerassig gebied waar muggen en ander ongedierte legio waren. De stad werd opnieuw gesticht aan de noordkust, aan de monding van de Almendares-rivier, en nog wat later een derde keer, aan de huidige baai van Havana. We schrijven 1519. De nieuwe stad – 1 van de 7 oorspronkelijke steden die door de Spanjaarden gesticht werden, de zogenaamde 7 Villa’s – kreeg de naam San Cristobal de la Habana omdat ze gesticht werd op de feestdag van Sint-Christoffel (San Cristobal) en als eerbetoon aan 1 van de indianenhoofdmannen van de Taino-stam (caciques), met name Habaguanex.
Havana, sleutel van de Nieuwe Wereld
Eigenlijk was het helemaal niet de bedoeling dat Havana de hoofdstad van Cuba zou worden. Immers, de heel westelijke ligging op het eiland zorgt ervoor dat het centrale bestuur het oosten van het land heel moeilijk in het oog en onder controle kan houden (het mag dan ook niet verwonderen dat alle oorlogen – onafhankelijkheidsoorlogen, de Cubaanse revolutie – telkens in het oosten van het land van start gingen). Toch bleek de diepe baai uiterst geschikt voor scheepvaart en de strategische ligging aan de mond van de Golf van Mexico zorgde ervoor dat Havana al heel snel gebruikt werd als doorvoerhaven voor de (gestolen) rijkdommen van het Mexicaanse Aztekenrijk en het Andesrijk van de Inca’s. Het hele Caribische gebied was een geliefkoosde speeltuin voor allerhande piraten en boekaniers (cfr. Pirates of the Carribean) en elke kuststad van de regio onderging vroeg of laat het lot geplunderd te worden. Hetzelfde gold voor de schepen die met goud en zilver naar Spanje wilden varen.
De oplossing vonden de Spanjaarden in de leuze “eendracht maakt macht”. Alle schepen die vanuit Peru en Mexico kwamen (beladen met rijkdommen), verzamelden allen in de haven van Havana, tot er een volledige vloot was bijeen gebracht. Samen konden ze dan op een veiliger manier naar Spanje varen, gezien de meeste piratenschepen liever 1 geïsoleerd schip aanvielen dan een volledige vloot. Havana werd dus als het ware de sleutel tussen de Nieuwe Wereld en Spanje (die sleutelpositie staat vandaag de dag nog steeds te prijken op het schild van Cuba). Al die verzamelde rijkdom zorgde er bovendien voor dat er in Havana ontelbare paleizen en dure gebouwen werden opgetrokken; Havana ontpopte zich tot het Parijs van de Antillen.
Stadsmuren en forten
Maar rijkdom en weelde steekt de ogen uit. De piraten bleven geïnteresseerd – meer en meer zelfs – en Havana bleef niet gespaard van de nodige aanvallen. De Spanjaarden beseften dat ze hun stad moesten beschermen. Een stadsmuur werd opgetrokken en een hele reeks beschermende forten. Een eerste fort was het Castillo de la Real Fuerza, gebouwd tussen 1558 en 1577. Dit fort staat echter langs de flessenhals van de baai van Havana, al een stuk landinwaarts. Achteraf bleek dus dat de ligging van het fort niet ideaal was en dat vijandelijke schepen die al zo ver de baai ingevaren waren, al een stuk van de stad konden innemen. Een tweede fort drong zich op. Het werd een fort pal aan de ingang van de baai, het Castillo de los Tres Santos Reyes Magos del Morro, kortweg El Morro. Aan de overkant trok men meteen nog maar een fortje op, San Salvador de la Punta. Tussen beide forten werd ’s avonds bij het sluiten van de stadspoorten een zware ketting gespannen die de ingang tot de baai afsloot. De stadspoorten gingen dicht om 8 uur ’s avonds en het signaal werd gegeven door een kanonschot (een gebruik dat vandaag de dag nog steeds symbolisch bestaat onder de vorm van een attractie, El Cañonazo. Mannen in Spaanse militaire uniformen vuren een aantal kanonschoten af om 9 uur ’s avonds). Lange tijd slaagden deze twee nieuwe forten er in de meeste aanvallen van piraten af te slaan.
Een paar eeuw lang hield de Spaanse kroon er een monopoliebeleid op na wat de handel tussen de Nieuwe Wereld en Europa betrof. Andere zeevarende en koloniale machten zoals de Hollanders, de Engelsen en de Fransen zagen dit monopolie met lede ogen aan en probeerden op allerhande manieren de situatie te veranderen. In 1762 vonden de Engelsen het welletjes geweest en ze omzeilden de ingang van de baai van Havana en meerden verder langs de kust aan. Op die manier benaderden ze de stad en het Morro-fort van de achterkant en slaagden ze erin de stad in te nemen. 11 maanden lang bleven zij er de plak zwaaien. In die tijd braken ze het Spaanse monopolie open en zorgden ervoor dat ook andere landen handel konden drijven met Havana en de Nieuwe Wereld. Na 11 maanden werd Havana teruggegeven aan de Spanjaarden, in ruil voor Florida (wat in die tijd ook een Spaanse bezitting was). De Spanjaarden namen na deze gebeurtenis het zekere voor het onzekere en bouwden nog maar een fort, het fort van San Carlos de la Cabaña. Het werd één van de grootste forten van het hele continent en torent uit boven de oostelijke oever van de baai van Havana.
© 2010 - 2024 Youriblieck, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Werelderfgoed op CubaWist u dat Cuba intussen reeds 9 keer vertegenwoordigd is op de werelderfgoedlijst van Unesco ? Iedereen die Cuba bezoch…
Cayo's van CubaHet tropische eiland Cuba is een topbestemming in de Caraïben. De grote toeristische belangstelling is het gevolg van ee…