Cijfers Nederlanders op wintersport

In Nederland is wintersport al jaren populair. Sinds de jaren ’90 is de populariteit van wintersport onder Nederlanders toegenomen tot een hoogtepunt van 1,25 miljoen in 1993. Daarna is het aantal Nederlanders dat op wintersport gaat teruggelopen tot gemiddeld 1,1 miljoen per jaar. De meest recente cijfers, onderzocht door het CBS, over Nederlanders op wintersport hebben betrekking op het jaar 2006/2007. In dit jaar gingen 1,05 miljoen Nederlanders op wintersport (CBS, 2008).

Nederlanders op wintersport

In figuur 1.1 worden de Nederlandse wintersporters ingedeeld per leeftijdscategorie. Hierin worden de meest recente cijfers weergegeven van de laatste vier wintersportseizoenen. De totaalcijfers van deze vier seizoenen zijn af te lezen in figuur 1.2.
Uit figuur 1.2 kan opgemaakt worden dat de meeste wintersporters in Nederland tussen de 35 en 45 jaar oud zijn. Wel is er over de afgelopen vier seizoenen een absolute daling te zien van 30.000 personen in deze leeftijdscategorie. Ook opvallend is de daling in de leeftijdscategorie 25 tot 35 jaar. Stond deze leeftijdscategorie in seizoen ‘03/’04 nog samen met de leeftijdscategorie 35 - 45 hoog boven de rest, in seizoen ‘06/’07 staat deze leeftijdscategorie nagenoeg gelijk met de leeftijdscategorieën 45 – 55 jaar en 55 – 65 jaar.

De vier categorieën die het meest op wintersport gaan, zijn de mensen die tevens ook behoren tot de doelgroep ‘bedrijven’. Uit figuur 1.2 valt op te maken dat deze vier leeftijdscategorieën, die lopen van 25 tot en met 65 jaar, de werkende mensen zijn waarvoor dit onderzoek is opgezet. Gezien de participatie in wintersport van deze doelgroep is het als wintersportbedrijf is dan ook zaak om zoveel mogelijk op deze doelgroep te richten.

Landen waar Nederlanders op winterport gaan

Om inzicht te krijgen in de meest populaire wintersportlanden onder Nederlanders wordt door middel van onderzoek door het CBS gegevens hierover verzameld en gepubliceerd. In figuur 1.3 worden deze gegevens weergegeven.

Het meest populaire wintersportland onder Nederlanders is met stip Oostenrijk. Meer dan 600.000 Nederlanders gingen in ‘06/’07 in Oostenrijk op vakantie. Wat verder opvalt aan Oostenrijk is de nog steeds aanwezige stijging terwijl het totaal aantal wintersporters, weliswaar licht, is afgenomen. Op de tweede plaats van meest populaire wintersportlanden onder Nederlanders staat met duidelijke cijfers Frankrijk. In het winterseizoen van ‘06/’07 brachten 169.000 Nederlanders een bezoek aan dit land. Ten opzichte van het winterseizoen van ‘03/’04 valt er een daling op te merken als gekeken wordt naar het aantal Nederlanders dat in Frankrijk op wintersport ging. Op de derde plek van populairste wintersportbestemming onder Nederlanders staat Duitsland. Duitsland is sinds seizoen ‘03/’04 Zwitserland voorbij gegaan als populaire wintersportbestemming waarna het land in de afgelopen vier seizoenen Zwitserland in een vergelijkbare ontwikkeling net iets voor blijft.

Buiten de top drie wintersportlanden zijn er nog een tweetal bijzondere ontwikkelingen op dit gebied. Wat allereerst heel duidelijk opvalt, is de toegenomen populariteit van Tsjechië. Dit land heeft sinds ’99 een forse ontwikkeling doorgemaakt ten aanzien van populariteit als wintersportland onder Nederlanders. Wat verder opvalt, is de relatief grote toename van het aantal Nederlanders dat op wintersport gaat in Scandinavië. Dit aantal staat op 26.000 Nederlanders in het seizoen ‘06/’07 ten opzichte van 17.000 Nederlanders in seizoen ‘05/’06. Ook opvallend zijn te teruglopende wintersport bezoeken aan bijna alle Alpenlanden terwijl de wintersportbezoeken aan Scandinavië oplopen.

Uitgaven van Nederlanders op wintersport
Om inzicht te krijgen in de uitgaven van Nederlanders ten aanzien van wintersport wordt door middel van onderzoek door het CBS gegevens hierover verzameld en gepubliceerd. In figuur 1.4 worden deze gegevens weergegeven.

In figuur 1.1 tot en met 1.3 is gebruik gemaakt van een periode van vier wintersportseizoenen. In figuur 1.4 is gebruik gemaakt van een periode van tien wintersportseizoenen. Deze keuze is gemaakt omdat hierdoor er een beter overzicht ontstaat van de ontwikkeling ten aanzien van wintersportuitgaven. Wat opvalt, is de gemiddelde stijgende lijn door de jaren heen. Gaven Nederlanders in ‘97/’98 gemiddeld per vakantieganger €532,- uit aan de wintersportvakantie, in ‘06/’07 is dat al bijna €100,- meer en komt het exacte bedrag uit op gemiddeld €625, - per vakantieganger.