Wandeling Amsterdam, van de Dam naar de Amstel
Aemstelredamme, het begon als een dam in de Amstel, twee vissers streken neer op de oever en bleken de stad Amsterdam gesticht te hebben. Nu gaan we lopend dwars door Amsterdam, van IJ tot Amstel, een rechte weg voor de snelle wandelaars met allerlei mogelijkheden voor onderweg. We beginnen nu op de Dam, vanwaar we naar het oosten trekken via het Rokin, op weg naar het water, waarbij het allemaal begon.
Op onze tocht dwars door Amsterdam komen we langs de volgende punten:
- De Dam
- Het Rokin
- De Oude Turfmarkt
- De Munt
- Stopera
- Carré
- De Amstel
De Dam
De Dam, met daarop het Paleis (1648) en het monument op de Dam, met daarachter de Bijenkorf, is ons uitgangspunt. Vroeger was de Dam het centrum van de Amsterdamse handel. Vanaf de Middelleeuwen tot 1841 was er op de Damsluis een vismarkt. Aan de IJ-kant werd de zeevis verkocht en aan de kant van het Rokin de riviervis. Vanaf de Dam naar het zuiden komen we op
Het Rokin
Deze naam dankt de straat aan het feit dat in de 16de eeuw de huizen naar achteren verlegd moesten worden (Ruck-in) omdat er een kade aangelegd werd. Een deel van het water, tussen de Dam en de Grimburgsluis werd in 1936 gedempt. Het echte Rokin loopt tussen het Muntplein en de Langebrugsteeg, waar de rondvaartboten liggen.
Aan het Rokin staan grote panden waarin kantoren zijn gevestigd met daartussen nog wat oude gebouwen. Men vindt er o.a. Hajenius, op nummer 92, sinds 1826 een goed adres voor liefhebbers van tabak, de winkel is bekend om zijn collectie van 1000 pijpen en zijn sigaren Capes de Sumatra. De verkoopruimte, helemaal in Art Déco-stijl, is absoluut een bezoek waard. Nummer 122 herbergt Arti et Amicitae, een kunstenaarsvereniging die ook exposities organiseert en Sotheby, gespecialiseerd in het veilen van kunstvoorwerpen. In het midden van het Rokin, aan de kant van de Langebrugsteeg, vind je de Ierse pub Tara. Deze is gehuisvest in een oude (schuil)kerk, van welke de details nog bewaard zijn gebleven. We gaan de Langebrugsteeg met al zijn antieke juwelierswinkels niet in, maar lopen rechtdoor naar
De Oude Turfmarkt
Hier vinden we het Allard Piersonmuseum, een archeologisch museum met voorwerpen uit Griekenland, Mesopotamië, het Romeinse Keizerrijk, van Etruskische en Hittitische beschavingen. Het museum is genoemd naar de Waalse predikant die leefde van 1831 tot 1896. Hij was professor in de kunstgeschiedenis, de esthetiek en de moderne letteren aan de Universiteit van Amsterdam.
Op de hoek van de Oude Turfmarkt en de Grimburgwal stond de Kraamkliniek voor de armen, die samen met de Vrouwenkliniek (voor dames uit de midden- en hogere standen) deel uitmaakte van het Binnengasthuis. Daar kom je als je de Langebrugsteeg uitloopt. Al die gebouwen behoren nu tot de Universiteit van Amsterdam.
De Munt
Aan het eind van de Kalverstraat en het Rokin zie je de Munttoren. De poort maakte deel uit van de stadsmuur die, gebouwd in 1490, de grens van Amsterdam markeerde. De Munt heette toen de Regulierspoort, de Waag (St. Anthoniespoort) en de Schreierstoren maakten ook deel uit van deze muur. In 1618 werd de poort door brand verwoest, Hendrik de Keyser heeft toen de toren ontworpen en toegevoegd. Pas in 1699 kwam het carillon erin, ontworpen door de gebr. Hemony. Dit carillon is nog elk kwartier te horen.
De Munt komt aan zijn naam door het volgende: in 1672 werden de met o.a. de Fransen te voeren oorlogen erg duur, daardoor moest de bevolking extra belasting betalen en dat het liefst in klinkende munt. Veel rijke inwoners van Amsterdam hebben toen ook hun zilveren en gouden gebruiksvoorwerpen in moeten leveren die allemaal moesten worden omgesmolten tot munten. Omdat Dordrecht en Enkhuizen, waar de munten altijd geslagen werden, het werk niet meer aankonden, is er besloten een "noodmunt" open te stellen en dat werd hier gesitueerd. In 1674 werd het weer opgedoekt, maar de naam raakte de toren niet meer kwijt.
De Stopera
Als je de Munt rechts laat liggen en de gracht op gaat, zie je aan je linkerhand Hotel l'Europe, een prestigieus hotel met een gezellig terras aan het water. Rechtuit is de Stopera te zien: een combinatie van stadhuis en operagebouw (het Muziektheater) aan het Waterlooplein, voltooid in 1988.
Voordat het stond heeft het veel tegenstand opgeroepen, mede omdat er tientallen middeleeuwse gebouwen gesloopt moesten worden. Hierdoor verdween ook alles van wat er nog over was van de oorspronkelijke joodse buurt. Het is zeer gezichtsbepalend geworden en zorgt op kaarten en foto's voor een herkenbaar oriëntatiepunt. Omgeven door een groot plein, met trendy terras en niet te vergeten de Waterloopleinmarkt is het al helemaal opgegaan in de stadsruimte. In de hal wordt de waterstand van Nederland, het N.A.P., mooi weergegeven.
Het Muziektheater is de thuishaven van het Nationaal Ballet en de Nederlandse Opera en biedt plaats aan 1689 bezoekers.
Hermitage
Langs de Stopera lopend moet er worden overgestoken naar de linkerkant van de Amstel. Nadat we een brug zijn overgegaan komen we bij een langgerekt gebouw aan onze linkerhand. Voorheen was dit Amstelhof, het Oude Mannen en -Vrouwenhuis, dat stamt uit 1681-1683. Allereerst was het voor de oude vrouwen die met vier personen een kamer deelden. In 1817 kwamen er hulpbehoevende mannen bij waar later een aparte vleugel voor werd gebouwd. In eerste instantie werden zij in het souterrain opgevangen. Op de hoeken van de gebouwen bevonden zich de regentenkamers van waaruit de diaconie werd bestuurd. De hoofdingang aan de Amstelkant , de Ossenpoort, was sinds jaar en dag de ingang voor de leveranciers. Levende waar werd daar ook afgeleverd en op de binnenplaats gehouden en geslacht.
Carré
Vanaf de Hermitage lopen we zo naar het theater Carré. Oscar Carré was circusdirecteur van een groot circus dat vaak in Amsterdam optrad. De voorstellingen werden druk bezocht en daarom werd er besloten om het circus blijvend te vestigen in Amsterdam. Eerst was het in 1880 een houten circustent aan de Amstel, maar omdat het niet brandveilig was moest het na 4 jaar worden gesloopt. In 1887 werd een imposant stenen circustheater geopend, ontworpen door van Rossum en Vuijk.
's Winters waren er circusvoorstellingen en 's zomers werden de revues opgevoerd. Tegenwoordig vinden niet meer zoveel circusvoorstellingen plaats, alleen het Kerstcircus. Het is wel het grootste theater van de stad geworden, een optreden daar is voor iedere artiest een hoogtepunt. Tegenover Carré zie je de Magere Brug, de beroemdste brug van Amsterdam, gebouwd in 1670. Oorspronkelijk was de brug alleen bestemd voor voetgangers, maar is later verbreed zodat er ook fietsers gebruik van konden maken.
De Amstel
Zo nu kan er genoten worden van het uitzicht op het water van de Amstel. Je vindt er wat terrassen en, even verderop, het Amstelhotel waar zo'n beetje alle groten der aarde gelogeerd hebben, de prijzen liegen er dan ook niet om. De Amstel volgend, per boot, per fiets, lopend of met de auto, kom je langs de mooiste plekjes op de grens van Amsterdam.
We noemen hier Oudekerk aan de Amstel en Nes aan de Amstel, plaatjes om even uit te rusten van de wandel- of fietstocht op een van de terrassen aan het water.