Petra, de stad in de rotsen
In augustus 1812 reisde de Zwitser Johann Ludwig Burckhardt (1784-1817) door het Nabije Oosten. Een pelgrim vertelde hem van een rotsstad die zich in de omgeving bevond. met een smoes liet hij zich door bedoeïenen naar deze plek brengen. Hij ontdekte in een 1200 meter lange en tot 100 meter hoge kloof de stad Petra, die Europeanen tot dan toe voor een verzinsel hadden gehouden.
De stad in steen
De oudste sporen wijzen erop dat er in deze kloof, de Siq (Arabisch voor 'kloof'), al tijdens het neolithicum mensen woonden. De oorsprong van de stad Petra, die in het huidige Jordanië ligt, gaat echter terug tot de Edomieten, aartsvijanden van Israël. Deze volgelingen van Ezau, de tweelingbroer van aartsvader Jacob, hadden zich daar gevestigd. Na hun ondergang vestigden zich hier rond de 3de eeuw v.Ch. de Nabateeërs. Onder hen ontwikkelde Petra (of 'Selo') zich tot een van de belangrijkste handelscentra van het Nabije Oosten. Een groot deel van de gebouwen die uit de rotsen gehouwen zijn, ontstond pas onder de Nabateeërs of werd in ieder geval door hen in de huidige staat gebracht. Dat geldt onder andere voor het 'schathuis' Khazne al-Firaun, oorspronkelijk een rotsgraf, het 'Romeinse theater', dat plaats bood aan 5.000 toeschouwers, het stadscentrum met zijn zuilenstraat evenals andere rotsgraven, die doen vermoeden dat Petra oorspronkelijk een begraafplaats was, die later werd uitgebreid.
In 106 n.Ch. werden de Nabateeërs door de Romeinen overwonnen. Aangezien het gebied met de nieuwe hoofdstad Bostra deel werd van het Romeinse rijk, verloor de stad zijn betekenis. Nadat grote delen van Petra in 363 en 551 door aardbevingen werden verwoest, verlieten steeds meer bewoners de rotsstad. Het staat vast dat de stad vrijwel niet meer bewoond werd toen de Arabieren in 663 het gebeid veroverden. Na de kruistochten in de middeleeuwen raakte Petra in Europa in de vergetelheid. het werd steeds meer een legende, totdat het uiteindelijk herontdekt werd door Burckhardt. Pas sinds de jaren 1920vinden er in Petra opgravingen plaats; ongeveer in diezelfde tijd begon men mondjesmaat toeristen toe te laten.
Raadselachtig of slim ontworpen
De stad Petra is gebouwd in een langgerekte kloof, wat ongetwijfeld strategische redenen had. Een tegenstander die een stad in een ruk wilde veroveren, had het gemakkelijk als het hem lukte controle over de omringende hellingen te verkrijgen - tenminste als de gebouwen in de vallei waren gelegen. De bouwers van Petra gingen daarom een stap verder en verplaatsten hun woningen naar de binnenkant van de hellingen, in de kloof. Op die manier waren zij ruimschoots in het voordeel, omdat de tegenstander de gebouwen nu niet onmiddellijk kon aanvallen, laat staan dat hij een inschatting kon maken van de strijdkrachten en de sterkte van de inwoners. Er stonden weliswaar ook gebouwen zichtbaar in de kloof, maar dat waren vooral zakenpanden die weinig zeiden over de bewapening van de inwoners en over hun aantal. Als een tegenstander Petra wilde veroveren, moest hij zijn eigen dekking opgeven en de kloof onbeschermd binnenstormen. Voor veel tegenstanders was dit een te groot risico, zoals zou blijken. De legendarische status die de stad Petra lange tijd in Europa bezat, zorgde ervoor dat men vooral in de 19de eeuw, toen het voor niet-moslims verboden was om Petra te bezoeken, aan de plaats bepaalde eigenschappen en gebeurtenissen toeschreef die top op heden de ronden doen. Zoals we nu weten stamt Petra echter niet uit een mistig verleden en is de stad evenmin op onverklaarbare wijze ontstaan.
Sagen en mythen
In de 19e eeuw werd in Europa bekend dat de stad Petra opnieuw was ontdekt, maar slechts door moslims mocht worden bezocht. Misschien door ongenoegen daarover ontstonden in het Westen ietwat morbide geruchten dat zich in het binnenste van de rotshuizen de resten van kruisridders zouden bevinden; de kruisvaarders die wel waren teruggekeerd, waren de laatste die melding hadden gemaakt van de stad. Daarnaast wezen sommige beschrijvingen op de vermeende Bijbelse oorsprong van de stad. Mozes zou op deze plaats een bron uit de steen hebben geslagen, die water gaf aan het volk van Israël dat hem volgde. Een gerucht uit de 19de eeuw vermeldde dat dit water intussen vergiftigd was, iets wat echter alleen de moslims wisten. Andere verhalen over gruwelijkheden die christenen in de afgelegen rotsstad waren aangedaan, deels door levenden, deels door dode wezens, maar ook over grote schatten die in verzwegen onderaardse gangen zouden liggen, maakte Petra tot een zowel angstaanjagende als fascinerende stad.