De dood en haar riten in Sri Lanka
In Sri Lanka gaan mensen heel anders met de dood om. Er worden allerlei rituelen gevolgd. De dood in Sri Lanka is bovendien vaak een gebeurtenis die door hele dorpen wordt beleefd. En aan de bomen en struiken hangen bij de dood van iemand lappen om aan te geven dat er iemand is gestorven. De dood in Sri Lanka, een heel bijzonder ritueel.
Een crematie in Sri Lanka
]Op weg naar een edelstenenmijn waar mannen vele meters onder de grond handmatig de diverse ,,gems’’ uitgraven, zien we langs de weg overal oranje vlaggetjes. Kilometers lang hebben mensen voor hun huizen de merktekens opgehangen. Even verwachten we dat Oranje hier wordt geëerd, maar dat blijkt niet het geval. Op een groot kruispunt staat opeens een hele grote foto van een hoge monnik en voor hem blijken ook alle oranje lapjes in bomen en struiken te hangen.
Een spiritueel leider is overleden in Sri Lanka
De spiritueel leider blijkt op 91-jarige leeftijd te zijn overleden en om dat aan te geven is in de wijde omgeving blijk gegeven van dit feit door overal te vlaggen. Dit boeddhistische gebruik geldt overigens voor iedereen die overlijdt en niet alleen voor monniken. ,,Gewone mensen’’ krijgen alleen een andere kleur vlag. Ook oranje, maar van een andere schakering. Bovendien zo blijkt later is een crematie van een hoge monnik omgeven door plichtplegingen die niet voor het normale volk gelden. Dat blijkt nog geen vijf minuten later als we in een kakofonie van geluiden terechtkomen. Zo ver het oog reikt staan duizenden mensen te wachten op het crematietafereel voor de monnik. Alle dorpen in de omgeving zijn uitgelopen voor zijn laatste momenten. Bovendien zijn andere hooggeplaatste monniken aanwezig om hun gebeden voor hem te zeggen. Er wordt ondertussen nog druk gebouwd aan de baar waarop de man zal worden gelegd. Iedereen die dat wil kan daar afscheid van hem gaan nemen. De drummen, bediend door mannen in de traditionele kledij roffelen ondertussen gestaag door de straten van het kleine dorp. Dorpelingen in hun mooiste sari’s en het vele oranje van de monniken wisselen elkaar af. Naast de baar wordt de laatste hand gelegd aan een oranje toren van enkele verdiepingen hoog. Deze is volledig versierd met gebedsvlaggen en de dode zal daarin onder het oog van alle omstanders worden gecremeerd. Zijn lichaam zal na de afscheidsplechtigheid in de toren worden gelegd, waarna het vuur zal worden ontstoken. De duizenden mensen zitten te wachten op dit feit als wij door de straat rijden.
De dood in Sri Lanka en in andere Boeddhistische landen heeft een heel ander karakter dan dat in bijvoorbeeld christelijke landen. Het is zelfs één van de meest belangrijke religieuze gebeurtenissen in een mensenleven, zowel voor de overledene als voor de nabestaanden. Voor de gestorvene markeert het het moment waarop de overgang begint naar een nieuwe vorm van bestaan in de cirkel van wedergeboorte. Met de dood komen alle karmische handelingen die een persoon tijdens het leven heeft gepleegd samen en wordt bepaald of iemand opnieuw geboren moet worden of het Nirvana bereikt. Voor de levenden is de dood het ultieme bewijs van Boeddha’s leer over de vergankelijkheid van dit bestaan. Daarnaast biedt het een belangrijke kans om de gestorvene bij te staan in zijn of haar reis naar een nieuw bestaan.
Offeren van kleding namens de overledene
Een van de belangrijkste begrafenisriten in Sri Lanka wordt gevormd door ,,het offeren van kleding namens de overledene of te wel mataka-vastra-puja. Dit wordt voor de crematie of de begrafenis uitgevoerd. Monniken verzamelen zich daarvoor in de woning van de gestorvene. Ze beginnen dan met het reciteren van de vijf leefregels voor de aanwezigen. Dit wordt gevolgd door een gezamenlijke recitatie van een vers dat als volgt gaat:
Anicca vata sankhara, uppadavayadhammino.
Uppajjitva nirujjhanti tesam vupasamo sukho.
In dit vers wordt benadrukt dat alles vergankelijk is.
Wit laken offeren - de pamsukula
Vervolgens wordt een stuk wit laken aan de monniken geofferd. Dit wordt een pamsukula genoemd. Het laken wordt in stukken geknipt en in een kledingstuk genaaid. Na deze offerande gaan de familieleden van de overledene samen in een meditatieve houding op een mat zitten en samen gieten zij water van een vat in een kelk die in een bord staat. Ze doen dit tot de kelk overloopt. Terwijl het water wordt gegoten reciteren de monniken weer een vers van de Tirokuddha Sutta van de Khuddakapatha:
Unname udakam vattam yatha ninnam pavattati
evameva ito dinnam petanam upakappati.
Yatha varivaha pura paripurenti sagaram
evameva ito dinnam petanam upakappati.
Waardigheid overbrengen naar een overledene
Dit ritueel is er eentje van genade, waarbij waardigheid wordt overgebracht naar de overledene. Daarvan is de bedoeling dat hij of zij verlichting krijgt in de ongelukkige staat waarin hij mogelijk is geboren. Een ander gebruik is dat van het ,,bidden voor het welzijn van de overledene’’. Op de derde dag na de begrafenis wordt door een monnik een uur durende preek gehouden voor de mensen die zijn samengekomen. Op het einde van de bijeenkomst wordt gezamenlijk gereciteerd om voor het zielenheil van de gestorvene te zorgen. Drie maanden na het overlijden is het bovendien gebruikelijk om een ritueel te houden waarbij aalmoezen worden gegeven. Dit komt voort uit het idee dat de gestorvene gereïncarneerd kan zijn in een ongelukkig bestaan en afhankelijk is van de giften van anderen.