Fietsen naar de grenspost tussen Argentinië en Chili
In het uiterste westen van Argentinië in het noorden van Patagonië, ligt het plaatsje San Martin de los Andes. Het is de perfecte uitvalsbasis om het Parque nacional Lanín te verkennen. Belangrijkste attractie in het park is de vulkaan Lanín gelegen op de grens met Chili. Het landschap kenmerkt zich door uitgestrekte bossen met een diverse vegetatie, waaronder de prachtige Araucaria aracauna, in Nederland beter bekend als de apenboom, of slangeden. Vanaf San Martin de los Andes is het mogelijk om een fietstocht te maken naar Chili. Enig doorzettingsvermogen en conditie is wel vereist.
San Martin de los Andes
San Martin de los Andes is een pittoresk plaatsje in de provincie Neuquén, in het westen van Argentinië. Het heeft ongeveer 22000 inwoners. In de winter is het een prima wintersportbestemming. Vroeger speelde de wintersport zich voornamelijk af op 20 kilometer afstand van San Martin, op de berg Chapelco. Het is in Argentinië één van de oudste skipistes.
In het plaatsje zijn volop gezellige kroegjes en restaurantjes met typische Argentijnse gerechten en heerlijke wijnen. Lokale specialiteiten zijn geroosterd hert van de barbecue, gerookt everzwijn en zalm en forel uit de nabij gelegen meren. De straatjes van San Martin doen vriendelijk aan, er zijn verschillende terrasjes en veel winkels voor de outdoor sport. De huizen doen nogal Zwitsers aan, dus je begeeft je echt in een wintersportplaats.
Het Lacar meer biedt de mogelijkheid om te relaxen en te watersporten. Kanoën en zeilen behoort tot de mogelijkheden. Er mag ook gevist worden maar daar zijn wel vergunningen voor vereist. Het meer is omringd door bossen en bergen, die zich uitstekend lenen voor avontuurlijke tochten. Aan de rand van San Martin is een strand aan het Lacar meer waar in de zomer toeristen zich kunnen vermaken.
In de zomer is San Martin de los Andes een uitgelezen startplaats om trektochten te maken, of om te klimmen. Op verschillende plaatsen kan gekampeerd worden, zo ook in het Parque nacional Lanín. In San Martin is het kantoor van dit nationale park gevestigd, er kunnen hier folders verkregen worden van het park.
Fietsen door Parque nacional Lanín
Het is mogelijk om op verschillende manieren het nationale park te verkennen. Relatief veel wegen zijn nog onverhard, dus mocht je kiezen voor een auto dan is een 4WD aan te raden. Ik heb ervoor gekozen om een fiets te huren in San Martin, een mountainbike dus. Voor mij geeft dat een ultiem gevoel van vrijheid en een optimaal bewuste beleving van de omgeving. Datzelfde geldt voor wandelen, maar dat gaat soms simpelweg te langzaam om een bestemming te bereiken. Het is ook mogelijk om je per quad te verplaatsen, een quad is natuurlijk zeer geschikt voor de onverharde wegen, nadeel is dat het voor veel stofwolken zorgt en dat het de natuur niet ten goede komt.
Chili te ver weg?
Om 8:00 uur zat ik rustig aan het ontbijt en ik was me er van bewust dat ik goed moest eten nu, aangezien ik een flinke tocht wilde gaan maken. Ik pakte de kaart uit mijn reisgids erbij en ik kwam tot de conclusie dat ik niet alleen Araucaria's wilde zien maar ook de grens met Chili wilde bereiken. Het was mij toen nog niet bekend dat de Araucaria's alleen in het noordelijke deel van het Parque nacional Lanín te zien waren en dat de grenspost een zware kloof zou worden vanwege de onverharde Ruta 48.
Het moest te doen zijn dacht ik en ik telde de uren voor mezelf uit, die ik nodig zou hebben. Het was al vroeg warm dus ik besloot na het ontbijt nog even snel wat water in te slaan. Toen ging ik op pad om een fiets te huren. Ik had eerder die week al een adresje gevonden waar ik een aantal mountainbikes buiten had zien staan. De mountainbike was zo geregeld en ik kon de hele dag gebruik maken van de fiets. Ik kreeg er een fietshelm bij, maar ik had bij het ontvangen van de helm al besloten om deze niet te gaan gebruiken, ik had immers nog nooit een fietshelm gedragen.
Het is in San Martin geen probleem om een fiets te bemachtigen. De vele outdoorshops verhuren vaak ook fietsen. Verder hebben sommige hotels fietsen te huur, voor de gasten is dit meestal gratis. Fietsen/mountainbiken is dan ook erg populair in de zomer. De omgeving van San Martin en het merengebied zijn schitterende gebieden om er een fietsvakantie te houden. Bovendien kan er vaak vrij gekampeerd worden, dus je hoeft niet bang te zijn dat je geen camping meer tegenkomt voor zonsondergang.
Na wat geprutst te hebben met de versnellingen, was ik onderweg vanuit San Martin de los Andes, op weg naar de toegangspoort van Parque nacional Lanín. Ik was het stadje nog niet uit, of ik moest meteen al flink klimmen op de 234 weg. De weg was druk met verkeer. Ik wist dat het niet lang kon duren tot ik de Paso Hua Hum in kon slaan. De Paso Hua Hum is de weg waar de toegangspoort van het Parque nacional Lanín aan ligt en het is een rechtstreekse verbinding met de Chileense grensovergang.
Net buiten San Martin bereikte ik de weg naar Chili, gelukkig het was een rustig weggetje, het ging echter nog wel steeds omhoog. Na een paar km op de Paso Hua Hum (weg 48) fietste ik het nationale park binnen.
Parque nacional Lanín
Het Parque nacional Lanín is in 1937 opgericht om het ecosysteem en de landschappen te beschermen. Eerder noemde ik de zeldzame Araucaria araucana die nergens anders op de wereld voorkomt in de wilde natuur. Dat geldt ook voor de Rauli beuk (Nothofagus alpina) en de Pellin eik.
Het park kenmerkt zich vooral door de grote meren, watervallen en bossen met rotsgebergten. Als je van natuur houdt dan zit je hier goed. Overal mag gekampeerd worden en er zijn 15 verschillende vrije campings. De fauna is niet heel bijzonder, al kun je er goed vogels spotten. De slechtvalk, adelaar en kiekendief komen in het park voor. De zuidelijke rivierotter (Lontra provocax) herbergt zich in het park en is dus ook een beschermde soort. Het is familie van de marter. De gemiddelde temperatuur in de winter is vier graden Celsius terwijl in de zomer de gemiddelde temperatuur stijgt naar twintig graden Celsius.
Araucaria
In dit park zouden dus de Araucaria's te vinden zijn, oftewel de apenbomen. Ik keek hier erg naar uit, want bomen hebben een speciale interesse voor mij, vooral coniferen soorten. De Araucaria staat in de sector nog steeds bekend als exclusief en moeilijk te kweken. Fascinerend om deze soort in het nog kleine herkomstgebied te bewonderen.
De naalden van de Araucaria zijn hard en zeer scherp en sterven pas na een jaar of vijftien af. De boom is altijd groen en kan een hoogte bereiken van veertig meter met een stamomtrek van 1,5 meter. Die afmetingen komen in de Nederlandse tuinen niet voor.
Meestal zijn de bomen tweehuizig, dat wil zeggen dat de mannelijke en vrouwelijke vruchten zich op verschillende bomen bevinden. De Latijnse naam Araucaria is afkomstig van de Arauco-indianen stam van centraal Chili en Zuidwest-Argentinië. De apenboom heeft zich aangepast aan zijn natuurlijke habitat en verdraagt vulkanen en bosbranden. In Nederland wil de apenboom nog wel eens bevriezen of uitdrogen op droge koude winterse dagen, vooral wanneer er een schrale wind waait. De Araucaria wordt in Nederland gezien als een statige boom. De dure aanschafprijs is daar waarschijnlijk ook een reden van.
Onverharde weg
Na een kilometertje het park binnen te zijn gefietst verandert het asfalt in een onverharde weg van rotsstenen. Mijn eerste gedachte was dat er wegwerkzaamheden aan de gang waren en dat het stuk onverharde weg snel plaats zou maken voor een heerlijk gladde fietsbaan. Met die gedachte fietste ik verder, veelal berg opwaarts. Al snel kwam ik bij een prachtig uitkijkpunt, vanwaar een mooi overzicht te zien was van San Martin de los Andes. Ook het Lago Lacar was goed te zien vanaf dit punt.
Op het uitzichtpunt heb ik overwogen om weer lekker terug te fietsen en de stad in te gaan en te gaan luieren aan het water, maar ik wilde apenbomen zien. Ik was me er van bewust dat ik deze bomen waarschijnlijk nooit meer in het wild zou gaan zien, dus ik besloot om verder te fietsen in de hoop er een aantal te treffen. De weg bleef bergopwaarts gaan en aan de onverharde weg kwam geen einde. Hoewel de meeste nationale routes geasfalteerd zijn in Argentinië, was in 2005 nog 3577 kilometer van het wegennetwerk semi-verhard.
Locals
De weg was redelijk rustig met verkeer, maar als er iets voorbij of tegemoet kwam, dan leverde dat een flinke stofwolk op. Na een kilometer of tien, kwamen twee scooters voorbij. Twee jongens en een vrouw met een klein kind. Ik maakte een praatje met ze in het Engels, maar dat bleek voor hen moeilijker dan voor mij. Tijdens het praatje werd ik ingehaald door twee sportieve mountainbikers. Ze hadden het tempo er goed in tegen de berg op. Na mijn korte stop ben ik weer verder gaan fietsen tot ik op een vlak landschap kwam. Het zag er schitterend uit. Langs de weg (die nog steeds onverhard was) waren uitgestrekte graslanden. Er liepen enkele paarden. Achter de graslanden waren rotsformaties met bos te zien. Ik kwam langs een bordje waarop stond dat er een inheemse stam in de buurt was. Ik heb niet de moeite genomen om even te gaan kijken, ik wilde verder. Het feit dat ik constant lastig werd gevallen door enorme aantallen vliegen, had hier zeker mee te maken. Hoe langzamer ik fietste, hoe meer de vliegen op me af kwamen.
Mapuche
Toch jammer dat ik niet even ben gaan kijken naar de inheemse stam. Ik kwam erachter dat het ging om een Mapuche stam, ook wel de Araucanos genoemd. Er zijn nog ongeveer 900000 Mapuche in Argentinië en Chili. Naast het Spaans, spreken ze meestal ook Mapudungun. De Mapuche in de buurt van San Martin behoren tot de groep Pehuenche (mensen van Pehuen, oftewel Araucaria). Ze leven van de traditionele landbouw. Hun godsdienst is het christendom en ze hebben hun eigen 'natuur' religie.
In de tijd van de Chileense dictator Pinochet is de Mapuche bevolking sterk onderdrukt. Veel mensen van de inheemse bevolking zijn in deze periode gemarteld en vermoord. Ook na de dictatuur wordt de Mapuche nog onderdrukt. Veel van hun land is onteigend en het merendeel woont inmiddels in de steden. In de jaren negentig wordt de ‘Corporación Nacional de Desarrollo Indígena’ (CONADI) opgericht. Deze organisatie heeft als doel om de inheemse bevolking van de Mapuche te helpen in hun bestaan.
Chili in zicht!
Aan het einde van de open vlakte kwam ik een bord tegen waarop stond 'Aduana paso Hua Hum 29'. Ik was nog slechts 29 kilometer van de grens met Chili verwijderd. Vanaf dat moment was ik vastbesloten een stempeltje te gaan halen in Chili. Onder het motto 'als je er dan toch in de buurt bent' fietste ik verder. Water en eten had ik nog voldoende in mijn rugzak en mocht ik ergens stranden dan waren er altijd voldoende pickup trucks die me voorbij kwamen stuiven. Tijdens de fietstocht kom je enkele beekjes tegen die naar alle waarschijnlijkheid schoon drinkwater bevatten.
De laatste kilometers voor de douane
Het ging nu alleen nog maar bergop. Ik zag hier het voordeel wel van in, want dan zou de terugweg een makkie worden. Ik fietste op een laag tempo, het was warm en de kilometers verliepen traag. Gelukkig kwam ik om de vijf kilometer wel een bord tegen waarop de afstand naar de grens stond aangegeven. Inmiddels was ik ook al een bord gepasseerd waarop een restaurant vermeld stond. Die moest vlakbij de grenspost zijn. Dat zou een mooi punt zijn om te eten en om even wat voorraad in te slaan. De motivatie om de grens te bereiken werd steeds groter, de kilometers werden steeds minder. Ik realiseerde me dat het een prachtige fietstocht was met zo nu en dan een magnifiek uitzicht op het Lacar meer. Ik had er inmiddels niet zoveel oog meer voor. Ik begon te rekenen. zou ik wel voor het donker weer 'thuis' zijn? Ik moest er niet aan denken om s 'nachts over deze weg te fietsen. Niet dat ik me onveilig voelde, maar meer een soort van eenzaamheid. De angst om te verdwalen en buiten te moeten overnachten in een vreemd land. Allerlei gedachten schoten door mijn hoofd, maar volgens mijn berekeningen zou ik gewoon voor het donker weer in mijn hotel zijn.
Eindelijk, daar was het restaurant, oftewel Hosteria Hua Hum stond op het bord. Het gaf me een veilig gevoel. Ik kon in ieder geval eten en mezelf bevoorraden, want mijn rugzak begon te slinken en ik zou nog een hele tocht voor me hebben naar San Martin. Langs de weg was een klein kraampje waar drinken en wat snacks gekocht konden worden. Er stond een oude vrouw achter de kraam en ze hielp me aan een paar flessen water en wat koekjes. Cola had ze helaas niet. Het was een gezellige boel bij de kraam, er stond vrolijke muziek buiten aan en de was werd aan een lijntje gehangen. Voor de zekerheid vroeg ik aan de vrouw nog even hoe ver het nog was naar Chili. Ze kon me niet goed verstaan, maar uiteindelijk wees ze met haar vinger welke kant ik op moest. Het kon niet ver meer zijn. Het restaurant was volgens de bordjes vlakbij de grens met Chili. Ik fietste verder omhoog, de weg kronkelde, dus ik kon niet ver voor uit kijken.
Een echte douane
Yes! Eindelijk kon ik voor me uit kijken en gelukkig zag ik wat ik wilde zien; De douane! Een echte douane met een slagboom, controlepost en nog steeds dezelfde weg met stenen en gruis midden in de natuur. Het doet me denken aan een grenspost in Cambodja met de grens van Laos. Zo'n grenspost waar Nederland wel heel erg ver lijkt. Aangekomen bij de post blijkt dat ik hier een stempel krijg om Argentinië te verlaten. Een kleine tegenvaller, want ik ben nog steeds op zoek naar een stempel van de Chileense douane. Ik vraag me dus af of ik nu in Argentinië of in Chili ben.
Chili
En dus fiets ik weer verder. Ik zou vanzelf wel een keer in Chili belanden. Nog steeds geen apenboom gespot. De weg slingerde weer naar boven door de bossen tot ik langs een soort van kantoortje kwam, gebouwd van hout. Er liep een man voor het gebouwtje met een gieter water in zijn handen. Hij keek mij aan en het leek of hij me iets wilde vertellen. Hij sprak me aan, ik weet niet meer wat hij precies gezegd heeft, maar hij maakte me duidelijk dat de grens nog maar een paar minuutjes fietsen was. Het bleek te kloppen, daar was dan eindelijk de Chileense vlag en het welkomstbord. Het voelde als een overwinning. Ik had het gehaald.
Bij de douane moest ik mijn paspoort laten zien aan. Bij een ander mannetje moest ik mijn rugzak leegmaken. Er werd vooral gecontroleerd of ik geen planten of vruchten meedroeg. De man was vriendelijk en ik legde hem uit dat ik waarschijnlijk zo weer terug zou zijn op deze post, omdat ik weer richting San Martin moest. Ik vraag me af wat hij van me zou denken.
Paso Hua Hum
De douane van Paso Hua Hum is bijzonder, omdat dit de laagst gelegen grensoversteek is tussen Chili en Argentinië in het Andesgebergte. Het ligt op 659 meter boven zeeniveau. Door de relatief lage hoogte is de grensoversteek het hele jaar open, dus ook als er sneeuw ligt. Aan Chileense kant ligt het Pirihueico meer. Het meer kan worden overgestoken met een veerboot. De dichtstbijzijnde Chileense stad is Panguipulli op zo'n honderd kilometer van de grens.
Nu ik op Chileens grondgebied was, wilde ik er ook even van proeven. Na een kilometer of drie door de slingerende weg door het bos, besloot ik om te draaien. De tijd was te kort om een dorpje op te zoeken en bovendien begon de energie ook op te raken. Ik kon zeggen dat ik in Chili was geweest, maar daar hield het ook echt mee op. Soms heb je dat wel eens als je een grens over steekt; Dan verandert het landschap, de mensen, de verkeersborden, de hoeveelheid afval op de wegen. Maar hier is het slechts een grenspost en een stempeltje in je paspoort die je doen geloven dat je een landsgrens gepasseerd bent. En toch, de belevenis is er niet minder om, het doel was bereikt, per fiets, over een onverharde weg, gearriveerd in een land, heel ver weg van Nederland, gelegen aan de Grote Oceaan. Ik had het gedurfd, wie maakt zoiets mee?
Op weg terug naar San Martin de los Andes
Nadat ik mij voor de tweede keer gemeld had bij de douane van Chili was mij terugreis begonnen. Het werd de hoogste tijd om mijn hongerige maag te stillen en gelukkig kon ik mij verheugen op het Hosteria Hua Hum, de naam van het restaurant wat ik op de heenreis gepasseerd was. Het was een paar kilometer na de Argentijnse douane. Het restaurant was schitterend gelegen aan het grote Lago Nonthué meer.
Hosteria Hua Hum
Hosteria Hua Hum ligt prachtig aan het Nonthué meer, omgeven door wilde bossen. Het restaurant stond precies op de juiste plek voor mij, want het was drie uur geworden en ik had nog ongeveer veertig kilometer te gaan. Ik bestelde spaghetti margarita, omdat dit voor mij veilig voelde en omdat ik koolhydraten nodig had. Gelukkig hadden ze hier wel cola, dus dat gaf me ook weer wat extra energie. Na de maaltijd liep ik nog even om het restaurant heen. Er was een pier naar het meer toe waar ik nog wat foto's geschoten heb. Het uitzicht was echt heel mooi en rustgevend. Ik was er inmiddels ook achter dat je hier kon slapen, er zijn drie ruime hutten met verwarming en je kan er kamperen. De kamers zijn sfeervol en ze bieden uitzicht op het Nonthué meer. Het ontbijt is bij de prijs inbegrepen. Er wordt zelf brood gebakken.
Er kunnen allerlei activiteiten geboekt worden. Zo kun je in het hosteria kano's en waterfietsen huren. Er worden wandelingen georganiseerd naar nabij gelegen watervallen en natuurlijke warmwaterbronnen. Raften op de Hua Hum rivier kan in de zomerperiode.
Slijtageslag
Het was tijd om vaart te maken. Ik moest eerst weer een stuk klimmen, maar ik wist dat het laatste gedeelte voornamelijk bergafwaarts zou gaan. De klim duurde langer dan gedacht en ik vroeg me af wanneer ik eindelijk bij het open vlakke gedeelte terug zou zijn. Als ik daar zou zijn dan wist ik dat ik het wel ging halen, want het was daarna alleen nog maar dalen. De benen begonnen slapjes te worden en ik begon me steeds meer te irriteren aan de auto's die me passeerden, vooral om de enorme stofwolken die ze achter zich lieten. Aan de andere kant vond ik fijn dat ze voorbij kwamen, want als ik echt niet meer kon, dan zou ik om een lift kunnen vragen. Deze gedachte begon steeds serieuzere vormen aan te nemen. Ik werd slap en ik ging zo nu en dan even op de weg zitten. Was dit uitputting, of moest ik gewoon even wat drinken en rusten? Als ik me op zou laten pikken dan zou dat toch een smetje op deze dag hebben, ik wilde de tocht zelf volbrengen en dit verhaal kunnen vertellen. Op de fiets van San Martin naar Chili!
Nog steeds fietste ik bergopwaarts en het was inmiddels al half zes geworden. Er kwamen locals voorbij op quads. Leuk allemaal, maar ook zij produceerde enorme stofwolken. En dan waren er nog de vliegen. Zodra ik ging zitten om te rusten kwamen ze me wegjagen, zij zorgden ervoor dat ik weer snel op mijn fiets zat. Na elke bocht vroeg ik me af of het de laatste bocht was voor het open gedeelte waar ik vanmorgen doorheen fietste. Het duurde maar en het duurde maar. Er was maar één oplossing en dat was doorfietsen.
De finish
En ja dan komt het altijd goed, daar was het prachtige landschap weer. Het begon inmiddels te schemeren. De afdaling was begonnen, beneden lag San Martin. Het voelde heerlijk, ik zou het gaan redden, voor het donker thuis. Negentig kilometer over een onverharde weg gefietst. Ik maakte een filmpje van het punt waar de weg overging op het gladde asfalt. Na het passeren van de toegangspoort van het nationale park kwam ik langs een zandveldje waarop gevoetbald werd. De kinderen hadden plezier en ze groetten mij van een afstandje. Ik kon weer lachen. Mijn tocht was volbracht!