De Alpen en omstreken
De Alpen ( 43° 50' - 48° 20' N.Br., 5° - 16° 03' O.L.), het hoogste gebergte van Europa lijkt zich als een onoverwinnelijke scheidingswand tussen twee belangrijke cultuurgebieden van het werelddeel te verheffen. Enkele van zijn brede, lieflijke dalen behoren echter tot de oudste verkeerswegen uit de geschiedenis.
Geografische ligging
De Alpen strekken zich als een langgerekte boog van de Golf van Genua (Cadibona-pas) tot aan Wenen over een afstand van meer dan 1200 km uit. De gemiddelde breedte van het gebergte is 120 tot 150 km; ter hoogte van het Gardameer is het zelfs 250 km breed. De Alpen vormen niet alleen een klimaatscheiding tussen het Middellandse-Zeegebied in het zuiden en het door de Atlantische luchtmassa's bepaalde Midden-Europa in het noorden, maar scheiden tegelijkertijd ook de Germaanse van de Romaanse wereld.
Hun grenspositie tussen deze beide cultureel en economisch hoog ontwikkelde grote gebieden, maakte de Alpen tot een van de vroegst en dichtst bevolkte hooggebergten ter wereld. Want hoewel ze zich in zuidelijk Midden-Europa als een geweldige muur verheffen, zijn ze relatief gemakkelijk te passeren. Een vroege ontsluiting en bevolking werden niet in de weg gestaan door onoverwinnelijke hindernissen. Talrijke volkeren vonden hun toevlucht in de Alpen en reeds zeer vroeg werden de passen en overgangen als verkeerswegen gebruikt, zodat men het gebergte al snel in al zijn verscheidenheid leerde kennen.
De Westelijke Alpen
De West-Alpen, met hun talloze bergtoppen boven 4000 m, vormen het hoogste gedeelte van de bergketen. De bekendste massieven zijn hier het Berner Oberland, de Walliser Alpen en de Montblanc die met zijn hoogte van 4807 m het 'dak van Europa' wordt genoemd. De grens met de lagere Oost-Alpen is ongeveer de lijn Bodenmeer-Rijndal-Splugenpas-Comomeer.
De Centrale Alpen
De kern van het gehele gebergte wordt gevormd door de Centrale Alpen, die opgebouwd zijn uit zeer oude en veel weerstand biedende kristallijne gesteenten, in hoofdzaak gneis en graniet. Naar buiten toe sluiten zich verscheidene, evenwijdig aan de lengteas van de Alpen lopende en uit afzettingen bestaande bergketens aan. Hun gesteenten werden in de loop van de Tertiaire gebergtevorming sterk geplooid en als samenhangende dekbladen over grote afstanden op hun huidige plaats geschoven.
De kristallijne Alpen zone
De kristallijne zone van de Alpen begint ten noorden van Nice met de Alpen Maritimes, die met de Cima d'Argentera een hoogte van 3297 m bereiken. Naar het noorden toe zetten de kristallijne massieven zich voort tot aan de Montblanc. Daarna buigt de keten van de Alpen zich in noordoostelijke richting. De zone van de Centrale Alpen loopt nu verder over de Walliser Alpen, het Berner Oberland, hel St.-Gotthardmassief en de Ratische Alpen, om slechts de bekendste namen in Zwitserland te noemen. In Oostenrijk omvat ze de op de grens met Zwitserland gelegen Silvrettagroep, de Ötztaler Alpen de Zillertaler Alpen, de Hohe Tauern en de Niedere Tauern, en in Italië, ten slofte de Ortles en de Adamello Alpen.
De kristallijne bergmassieven zijn als hoogste gedeelten van de Alpen de centra van de, al piene vergletsjering. In de buurt van hun toppen (de voedingsgebieden van de gletsjers) kan in de loop van het jaar minder firnsneeuw wegsmelten dan er sneeuw valt. Beneden de sneeuwgrens is het precies omgekeerd. De hier wegsmeltende gletsjertongen zijn ware waterreservoirs waaruit talloze bergbeken en riviertjes langs hellingen en door nauwe kloven stromen, die de Rijn, de Rhone, de Po en de Donau voeden.
Kalksteen en dolomiet
De massieven van afzettingsgesteenten aan beide zijden van de hoofdkam van de Alpen, bestaan grotendeels uit kalksteen en dolomiet. De aard van deze gesteenten bevordert het ontstaan van zeer ontoegankelijke, bizarre rotslandschappen. Het bekendste en fraaiste voorbeeld aan de zuidkant van de Alpen wordt gevormd door de Dolomieten, die genoemd zijn naar het hier voorkomende mineraal. Aan de noordkant behoort het massief van de Zugspitze (2963 m) tot de indrukwekkendste gedeelten van de Kalkalpen.
De vegetatielijn
De langs de rand gelegen kalkgebergten zijn met een gemiddelde hoogte van 2000 m lager dan de Centrale Alpen en door de vele neerslag meestal dichtbebost, maar de mens heeft deze natuurlijke rijkdom plaatselijk sterk gedecimeerd. In grote lijnen bleven de grenzen van de verschillende vegetatiezones echter ongewijzigd. Onder de sneeuwgrens, die afhankelijk van de lengte- en breedtegraad op een hoogte van 2500 tot 3450 m ligt, strekt zich tot 2300 m en soms ook tot 1600 m hoogte de alpiene zone uit, met uitgestrekte berg- en alpenweiden. Hier sluit de naaldwoudzone op aan. Nog lager volgen de loofbossen en als laatste zone de akkerbouwgebieden.
Bezienswaardigheden
Een bijzonderheid van de Alpen zijn de brede, vlakke lengtedalen, die van oudsher goede verkeerswegen en de belangrijkste vestigingsplaatsen vormden. Ze volgen tektonisch gevormde dieptelijnen, die door de gletsjers van de pleistocene ijstijden nog verder werden verbreed. Vermeldenswaard zijn op dit opzicht het dal van Isère, de dalen van Valais en Ticino, de Aostavallei en de dalen van de Rijn, de Inn, de Adige en de Drava.
De imposante Berninagroep, een typisch bergmassief van de Centrale Alpen, verheft zich meer dan 2000m boven het Boven-Engadin. De steile pieken en kammen rijzen op boven een uitgestrekt firngebied, dat de bron vormt van verscheidene gletsjers.
Alpen Boven de bergbeken, waarvan het water over afgeronde, kristallijne rotsblokken stroomt, verheffen zich steile bergtoppen. De sneeuw op de hellingen vormt een schitterend contrast met de groene bergweiden, lariks- en sparrenbossen van het nationale park Gran Paradiso.
De Alpen behoren tegenwoordig dank zij hun landschappelijke schoonheid tot de belangrijkste vakantiegebieden van Europa en misschien zelfs wel van de gehele wereld. Een dicht net van kabelbanen en stoeltjesliften ontsluit 's winters de mooiste hellingen voor de skiërs, terwijl de schitterende bergwereld 's zomers uitnodigt tot lange wandel- en klimtochten. De oevers van de kristalheldere alpenmeren, zijn uitgerust met alle mogelijke voorzieningen om de badgast een afwisselende vakantie te bieden.
In de toeristische streken brengen de voortdurend stijgende aantallen bezoekers echter steeds dringender natuurbeschermingsproblemen met zich mee. Verlaten alpenweiden, gekapte bossen, toenemende watervervuiling en volgebouwde dalen maken duidelijk dat er grote inspanningen nodig zijn om de Alpen als natuurparadijs te behouden.
Meer informatie omtrent de Alpen vindt men terug op de website van
Wikipedia.