Frans rotseiland Mont St-Michel
Het eeuwenoude eiland Mont St-Michel is met het vasteland verbonden door middel van een 1,8 km lange dam, die in 1879 werd aangelegd. Bij eb wordt het eiland omringd door zandplaten en tweemaal per jaar is het van de buitenwereld afgesneden. Dat gebeurt wanneer de dam bij springvloed onder water verdwijnt. Boven op de rots (die een omtrek heeft van ongeveer 900 m en een hoogte van ongeveer 90 m) prijkt een van de architectuurwonderen van Frankrijk.
Religieuze betekenis
Mont St-Michel is een van de oudste plaatsen van religieuze betekenis. Pelgrims en reizigers worden al meer dan 1000 jaar getrokken naar dit eiland, dat in de zuidwesthoek van Normandië ligt. Het is met het vasteland verbonden door een dam en rijst op uit een grote zandvlakte, die bij krachtige vloed onderloopt. Door de eeuwen heen heeft het opkomende tij rond Mont St-Michel menige pelgrim verrast. Op een schilderij is weergegeven hoe de Maagd Maria een slachtoffer te hulp schoot door haar uit het verraderlijke water te tillen. Bij zonnig weer is de spitse rots met haar abdijkerk, kloostergebouwen, huizen, tuinen, terrassen en vestingwerken al van verre zichtbaar. Bij mist lijken de daken en torenspitsen op de vage omtrekken van een in nevelen gehuld spookpaleis.
Geschiedenis
Het eiland hoorde eeuwen geleden bij het vasteland. De rots stond toen nog in het moerassige bosgebied in dit deel van Normandië. Men noemde het in de Romeinse tijd 'Mont Tombe'. Dat kwam omdat volgens de overlevering de granietrots ooit als Keltische begraafplaats had gediend. De druïden aanbaden er de zon (een traditie die voortleefde onder de Romeinen).
Volgens een legende uit deze tijd werd Julius Caesar met gouden laarzen aan in een gouden doodskist onder de Mont Tombe begraven. In de vijfde eeuw begon de grond te verzakken en honderd jaar later was de rots in een eiland veranderd dat bij hoog water was afgesneden en dat verder alleen was te bereiken via een gevaarlijke route, gemarkeerd met palen.
Bewoning door monniken
Een groep monniken werd al spoedig aangetrokken door de rust en de geïsoleerde ligging van het eiland. Ze trokken er heen en bouwden er een kleine kapel. Tot 708 waren zij de enige bewoners. In 708 zou de aartsengel Michaël de bisschop van Avrances, Aubert (later: St Aubert) in een droom hebben opgedragen op Mont Tombe een kerk te bouwen. Aubert, die de droom niet helemaal serieus nam, deed eerst niets. Daarop herhaalde de aartsengel zijn opdracht nog eens. Pas na de derde verschijning (waarbij Michaël de bisschop met de vinger op het hoofd tikte) begon Aubert op het rotseiland te bouwen.
Het bouwen van de kerk ging gepaard met een aantal wonderen:
- De toekomstige funderingen van de kerk stonden afgetekend in de ochtenddauw;
- Een gestolen koe dook op daar waar de eerste granieten steen moest worden gelegd;
- Een zuigeling verwijderde met zijn voetje een keisteen, die in de weg lag;
- De aartsengel Michaël verscheen zelf nog een keer om een zoetwaterbron aan te geven.
Benedictijner monniken
De rots (die voortaan Mont St-Michel heette) werd al spoedig een pelgrimsoord en in 966 stichtten 50 benedictijner monniken op de top een abdij. In 1020 begon men met de bouw van de abdijkerk, die nog steeds hoog boven alles uitrijst. In de loop der jaren moesten grote delen van de oorspronkelijke kerk gerestaureerd worden vanwege instortingen, maar het is nog steeds een overwegend romaans bouwwerk met ronde bogen, dikke muren en stoere gewelven. Alleen het koor (dat in de 15de eeuw werd toegevoegd) is gotisch.
Aartsengel Michaël
Twee keer per jaar (op de eerste zondag in mei en op 29 september) worden er feesten gevierd ter ere van St. Michaël, die soms wel 60.000 pelgrims trekken. Dan siert het gouden beeld van de leider van de hemelse legerscharen en beschermer van de kerk op aarde de torenspits van Mont St. Michel. St. Michaël wordt vaak afgebeeld als krijger. In 'Les très riches heures du Duc de Berry' (een 14de eeuws manuscript door de gebroeders Limbourg en verlucht door Jean de France, hertog van Berry) vecht hij boven Mont St-Michel tegen een gevleugelde draak (symbool van het kwaad).
De wonderen van Mont St-Michel
Het eerste wonder is de abdijkerk. Het tweede werd door koning Filips II van Frankrijk gebouwd, om het laten afbranden van een deel van de kerk te compenseren. Dat afbranden gebeurde toen Filips II in 1203 probeerde om het eiland afhandig te maken van de hertogen van Normandië (zij waren van oudsher de heersers over Mont St-Michel). Dit wonder ('La Merveille') aan de noordkant van het eiland is een gotisch klooster, dat werd gebouwd tussen 1211 en 1228.
La Merveille
Het oostelijk gedeelte
Het gotische klooster omvat twee gedeelten van elk drie verdiepingen. De begane grond aan de oostzijde herbergt de
aumonière (waar de monniken aalmoezen uitdeelden en onderdak boden aan arme pelgrims). Daarboven is de
salle des hôtes (het voornaamste gastenvertrek, waar de abt rijke bezoekers onderbracht). Een van de twee enorme haarden in deze ruimte gebruikten de monniken voor het bereiden van hun maaltijden, de andere voor verwarming. De bovenste verdieping is de refter. Het is een grote ruimte met dikke muren, die fraai verlicht wordt door hoge, smalle ramen. Tijdens de maaltijden die zwijgend werden genuttigd, las een monnik voor uit de Heilige Schrift.
Het westelijke gedeelte
In dit gedeelte bevindt zich onder andere de
vellier (een opslagruimte) waarboven zich het
scriptorium bevond (waar de monniken ijverig manuscripten kopieerden). Deze zaal die door zuilenrijen in vieren wordt gedeeld werd in 1469 door koning Lodewijk XI (toen hij de Ridderorde van St. Michaël had gesticht) een vergaderruimte voor de ridders. Het eigenlijke klooster bevindt zich bovenin, alwaar het (tussen hemel en aarde) een oase van rust vormde. Twee rijen om en om aangebrachte slanke zuilen dragen bogen, versierd met gebeeldhouwde bladeren en gezichten. Het klooster had toegang moeten geven tot een kapittelzaal, maar die is nooit gebouwd.
Oorlogen
Mont St-Michel is niet altijd zo vredig geweest. Diverse koningen en hertogen hebben gedurende de middeleeuwen om het eiland gevochten. Het werd tijdens de Honderdjarige Oorlog in de 15de eeuw versterkt en overleefde verscheidene aanvallen van Engelse zijde. In 1591 werd een stevige aanval van de hugenoten afgeslagen. Het aantal monniken nam echter gestaag af en toen men het klooster ten tijde van de Franse Revolutie ophief, leefden er nog maar zeven. Onder Napoleon werd het eiland, dat was omgedoopt tot 'Ile de la Liberté ' (Eiland van de Vrijheid) als gevangenis gebruikt. Dit bleef zo tot 1863 toen het tot nationaal monument werd uitgeroepen. Grote delen van zowel de abdijkerk als het klooster werden gerestaureerd en nu is Mont St-Michel naast Parijs en Versailles een van de grootste toeristische trekpleisters van Frankrijk.
Glorie in graniet
Hotels, souvenirwinkels (waarvan sommige nog uit de 15de eeuw dateren!) en huizen omzomen de kronkelende, hier en daar door trapjes onderbroken, hoofdstraat van Mont St-Michel. Deze hoofdstraat voert naar de abdijkerk en naar 'La Merveille". Het eiland herbergt ook nog een bevolking van ongeveer 65 zielen en minstens 1 monnik.
Spirituele traditie
De christelijke traditie werd in 1922 hervat en sindsdien worden er in de abdijkerk weer diensten gehouden. De spirituele traditie wordt door de permanente aanwezigheid van tenminste 1 monnik in stand gehouden. Voor velen is het echter slechts een plaats waar men zich even kan terugtrekken van de drukte van de hedendaagse tijd.