Het land India (bevolking, werk, vlag, taal)

India is één van het dichtstbevolkte land ter wereld en tevens ook één van de armste. Het land telt in totaal 415 verschillende talen, de hoofdtaal is Hindi, deze taal word door meer dan 40% van de bevolking gesproken. Meer dan de helft van de kinderen in India werkt in bijvoorbeeld een textielfabriek. Veel mensen in India werken in de landbouw, maar de industrie komt ook steeds langzamer opgang door de komst van buitenlandse bedrijven in India. Reizen naar India worden steeds populairder.

De bevolking en de taal in India

In India groeit de bevolking sneller in vergelijking met de rijkere landen. India is hierdoor één van de dichtstbevolkte landen ter wereld. In India hebben steden zoals Bombay en Delhi al miljoenen inwoners. In de loop van de 20ste eeuw is het bevolkingsaantal in India flink gegroeid, de laatste telling anno 2007 laat weten dat er 1.129.866.000 inwoners leven in India.

In India zijn vele talen, volgens de SIL International zijn er totaal 416 verschillende talen, maar 23 zijn officiële talen in India. De officiële taal in India is Hindi, meer dan 40% van de inwoners in India spreekt Hindi. India word steeds belangrijker voor buitenlandse bedrijven doordat de loonkosten en de grondkosten erg laag zijn. De export van software groeit snel en het toerisme komt in India ook op gang, dit zorgt voor meer werkgelegenheid. Bijna de helft van de Indiërs kan niet of nauwelijks in de eerste levensbehoeften voldoen.

De 23 officiële talen in India

• Assamees (de Taal van Assam)
• Bengaals (De taal van West-Bengalen en Tripura)
• Bodo (De taal van Assam)
• Dogri (De taal van Jammu en Kasjmir)
• Hindi (Officiële taal van India)
• Gujarati (De taal van Dadra en Nagar Haveli, Daman en Diu en Gujarat)
• Engels (De taal van Arunachal Pradesh, Meghalaya, Mizoram, Nagaland, en de Andamanen en Nicobaren)
• Kannada (De taal van Karnataka)
• Kasjmiri (De taal van Jammu en Kasjmir)
• Konkani (De taal van Goa)
• Maithili (De taal van Bihar)
• Malayalam (De taal van Kerala en de Laccadiven)
• Meitei (De taal van Manipur)
• Marathi (De taal van Maharashtra)
• Nepalees (De taal van Sikkim)
• Oriya (De taal van Orissa)
• Punjabi (De taal van Punjab, Chandigarh, Delhi en Haryana)
• Sanskriet (De taal van het Hindoeïsme, Jaïnisme en Boeddhisme)
• Santhali(De taal van Chota Nagpur)
• Sindhi (De taal van de Sindhigemeenschap)
• Tamil (De taal van Tamil Nadu en Pondicherry)
• Telugu (De taal van Andhra Pradesh)
• Urdu (De taal van Uttar Pradesh)

Het werk in India

In India kan je de beroepssector in drie categorieën opsplitsen:

• Industrie
• landbouw
• dienstsector

De landbouw in India is zelfverzorgend intensieve landbouw. Er word in India bijna geen machines gebruikt, mensen werken veel met de hand. De meeste werkenden in India werken in de landbouw sector. Landbouw is één van de belangrijkste middelen van bestaan in India. Vergeleken met Nederland heeft India minder industrie dan in Nederland. In India is veel kinderarbeid, de kinderen moeten werken om zo genoeg geld te verdienen voor het gezin, ze werken in textielfabrieken en in de landbouw. In Nederland is kinderarbeid verboden. Ongeveer 55% van de kinderen in India verdienen hun eigen geld met het werk wat ze verrichten. De kinderen in India werken omdat hun ouders erg weinig verdienen om het gezin te kunnen onderhouden. De kinderen die arbeid verrichten raken meestal verzwakt omdat ze vaak 12 uur lang in een kleine ruimte arbeid verrichten. Vaak hebben ouders in India niet genoeg geld om kinderen naar school te sturen, waardoor ze later geen goede baan kunnen krijgen en dus ook niet veel kunnen verdienen. Sinds 1990 hebben zich steeds meer buitenlandse bedrijven in India gevestigd. India exporteert veel naar het buitenland zoals thee, specerijen, rijst, koffie en katoen. Het grootste industriegebied in India is het gebied rond Bombay en Poona. In de gebieden van Bombay en Poona vind je de grootste katoenindustrie en elektronische, automobiel en plasticindustrie. Na Bombay en Poona vind je in Calcutta ook grote industriegebieden, hier is de jute-industrie erg groot. India heeft een lage ontwikkelingspeil, dat wil zeggen: hoe snel een land vooruit gaat met bijvoorbeeld computers, media, medicijnen en de infrastructuur van het land.

De godsdienst in India

In India zijn er vele geloven. Een aantal van die geloven zijn:

• Boeddhisme
• Islam
• Hindoeïsme
• Sikhs
• Christendom

Boeddhisme

De drie hoofdgoden van het Boeddhisme zijn Shiva, Brahma, Vishnu. De belangrijkste god in dit geloof is Shiva.

De vlag van India

De vlag van India word ook wel de ''Tiranga'' genoemd. De vlag bestaat uit de volgende kleuren:

• Oranje: De kleur oranje staat voor moed
• Wit: De kleur wit staat voor vrede
• Groen: De kleur groen staat voor voortvarendheid

Het symbool midden in de vlag is bedoeld voor de uren, elk streepje is een uur.