Wandeling van de molen, recreatie in Waalse dorp Opprebais
Wanneer je op de landkaart een lijn trekt tussen het Vlaamse Leuven en het Waalse Namen, ligt precies in het midden van deze twee Belgische steden het kleine dorp Opprebais. Wellicht niet zo bekend, maar dit kleine plaatsje in de provincie Waals-Brabant heeft toch heel wat in petto. In het dorp zelf, dat behoort tot de grotere gemeente Incourt, is een kasteel te vinden. Rondom verdienen een oude steengroeve, enkele kapelletjes die mooi in het groen zijn gelegen en een oude windmolen extra aandacht. Deze windmolen inspireerde de toeristische dienst Hesbaye Brabanconne, wat in het Nederlands Brabants Haspengouw betekent, een bewegwijzerde wandelroute uit Opprebais te laten vertrekken. De wandeling van de molen, oftewel la promenade du moulin, is 8,6 kilometer lang en leidt de wandelaar langs de bezienswaardigheden in de uitgestrekte omgeving.
De dorpskern van Opprebais
Ze vertrekt op het pleintje voor de Sint-Albinuskerk, de wandeling van de molen. Wie een blik op het wandelbord werpt, ziet links achter in de hoek de restanten van wat eens het kasteel van Opprebais was. De eerste vermelding van het bouwwerk in de geschiedenisboeken dateert uit 1440. De oudste delen, waaronder de donjon, stammen uit de dertiende eeuw. Het kasteel werd gebouwd als verdedigingsfort en moest indruk maken met zijn dikke muren uit kwartsiet. Van de slotgracht is vandaag niets meer over. In de zestiende eeuw verloor het fort zijn militaire functie en werd het omgedoopt tot een kasteelboerderij. De site met het kasteel, de kerk en het kerkhof staat geklasseerd als beschermd dorpsgezicht.
Windmolen Gustot
Eens op weg ligt de kleine dorpskern spoedig achter je. Vlakbij het dorp staat de windmolen naar welke deze wandelroute vernoemd is. In de volksmond wordt hij ook wel Gustot genoemd. In 1827 bouwde ene Rosy op deze plek een houten molen op een bakstenen sokkel. De gebroeders Gustot, allebei molenaars, verbouwden hem in 1850 en trokken de molen op in baksteen. Windmolen Gustot is sinds 2014 een beschermd monument. Ieder jaar in juni vindt op deze locatie het feest van het brood plaats.
Steengroeve van Dongelberg
In Dongelberg, een plaatsje verderop, bevindt zich onmiskenbaar een andere trekpleister van de wandeling van de molen. In de oude steengroeve van Dongelberg werd vanaf de tweede helft van de achttiende eeuw kwartsiet ontgonnen dat als straatstenen werd gebruikt. Met het bestraten van de grote verbindingswegen midden negentiende eeuw brak er voor de steengroeve een gouden periode aan. In deze bloeiperiode stelde de groeve meer dan 150 mensen te werk. De spoorlijn Waver-Jodoigne, aangelegd tussen 1887 en 1889, vergemakkelijkte het transport van de stenen. Met de opkomst van het asfalt ging het bergafwaarts en de groeve raakte in verval.
Bekend bij duikers
De oude steengroeve heeft haar industriële rol achter zich gelaten. Ze is tot ver buiten de regio bekend bij duikverenigingen. De groeve heeft een diepte van 40 meter. De zichtbaarheid gaat van 4 tot 6 meter en onder water bevinden zich bezienswaardigheden zoals een stuk van een vliegtuig en enkele spelonkgrotten. De natuur heeft de site duidelijk weer in zijn greep en dat is iets waar je als wandelaar ook rekening mee moet houden. De route loopt bovenlangs de groeve. Hou in de zomer rekening met een dichte begroeiing waardoor het zicht op de groeve belemmerd kan worden.
Oude hoeven en kapelletjes
In de velden valt de weidsheid en het open landschap op van deze plattelandsstreek. Regelmatig kom je op de tocht oude hoeven tegen die veelal zijn opgetrokken uit de plaatselijke gobertangesteen. Ook de kapelletjes die langs de wandeling van de molen liggen, zijn vaak uit dit bouwmateriaal vervaardigd. Dat is ook het geval met de Mariakapel van Eeuwige bijstand die bovenop een heuvel ligt en bereikbaar is via een rustieke trap.
Kapel van Sainte-Ragenufle
Een bijzondere kapel die het vermelden waard is, is die van Sainte-Ragenuffle. Ze werd gebouwd in 1953. Ragenuffle is de beschermheilige van Incourt, de gemeente waartoe Opprebais behoort. Volgens de legende zou deze jonge Merovingische adellijke vrouw het ouderlijk huis zijn ontvlucht om aan uithuwelijking te ontsnappen. In het naburige bos hield ze zich schuil en vond er de dood. Op de plek waar ze stierf, ontspringt een bron en staat nu een fontein. Het water is niet alleen lekker fris, het zou ook koorts genezen. Het is de enige fontein met drinkbaar water in heel de provincie Waals-Brabant. Met Pinksteren, na de misviering, houden de dorpelingen al eeuwenlang een optocht naar deze plek om te bidden en het gezegende water te drinken.
Wandeling van de molen, belangrijkste gegevens op een rijtje
Je wandelt grotendeels over verharde wegen en paden. De route telt wel enkele onverharde wegen en graspaden. Sommige verharde paden zijn smalle weggetjes die tussen de huizen of weilanden door kronkelen. Rolstoelen zijn af te raden, kinderwagens moeten mits enige creativiteit wel kunnen. Ondanks het glooiende landschap zijn de hellingen niet te steil. De voornaamste informatie samengevat in een notendop:
- Benaming: wandeling van de molen in het Nederlands, promenade du moulin in het Frans
- Startplaats: Eglise Saint-Aubin oftewel Sint-Albinuskerk, 1315 Opprebais, het wandelbord staat aan het pleintje voor de kerk
- Lengte, 8,6 kilometer
- Bewegwijzering: groene ruit op een vierkant wit plaatje