Regio Centraal-Afrika: landen, landschappen en gebieden
Centraal-Afrika, ook wel Midden-Afrika genoemd, ligt ten zuiden van de Saharawoestijn en ten westen van de Grote Riftvallei (of Oost-Afrikaanse Slenk). Het gebied bestaat grotendeels uit dichte tropische regenwouden, waar de grote rivier de Congo doorheen slingert. Centraal-Afrika biedt op veel plaatsen een rijke, prachtige en onaangetaste natuur.
Landen
Volgens de indeling van de Verenigde Naties
‘United Nations composition of continental regions) bestaat Centraal-Afrika uit acht landen, plus de eilandgroep
Sao Tomé en Principe.
- Angola
- Centraal-Afrikaanse Republiek
- Congo
- Democratische Republiek Congo
- Equatoriaal-Guinea
- Gabon
- Kameroen
- Tsjaad
Gebieden en landschappen in Oost-Afrika
Het Congobekken
Het Congobekken is het regenwoud in oostelijk Afrika waar de rivier de Congo doorheen stroomt en wordt ook wel
‘het groene hart van Afrika’ genoemd. Dit is, na de Amazone in Zuid-Amerika, het grootste woud ter wereld. Het Congobekken strekt zich uit over de landen Kameroen, Gabon, Congo en Democratische Republiek Congo. In dit gebied met bergen, bossen, rivieren, savannes en moerassen is er een zeer rijke flora en fauna te vinden met meer dan:
- 400 zoogdiersoorten
- 1000 vogelsoorten
- 700 vissoorten
- 10.000 tropische planten soorten
Er leven veel apensoorten in het Congobekken, zoals de chimpansee, de bonobo (dwergchimpansee) en de Oostelijke gorilla. Ook leeft hier een grote populatie bosolifanten. De bosolifant is inmiddels een bedreigde diersoort, net als de berggorilla en de bonobo. Sommige gebieden in ‘het groene hart van Afrika’ zijn afgelegen jungles, waar zelden mensen komen.
De Congo
De Congo (of Kongo) is de tweede langste rivier van Afrika. De lengte van de rivier is ongeveer 4600 kilometer en ontspringt in de Democratische Republiek Congo, bij de grens met Zambia. De Congo maakt een grote bocht door het tropisch regenwoud en mondt bij de grens met Angola uit in een zeer lange baai aan de Atlantische Oceaan. De rivier bevat grote watervallen (waaronder de
Livingstonewatervallen), nauwe doorgangen en vele stroomversnellingen.
Het Tsjaadmeer
Aan dit meer dankt het land Tsjaad zijn naam. Het is het op één na grootste zoetwatermeer in Afrika. De oevers bestaan voornamelijk uit moerassen waar onder meer krokodillen leven en vele watervogels, zoals maraboes, pelikanen en Afrikaanse lepelaars. Omdat het land Tsjaad verder grotendeels bestaat uit woestijngebieden, steppes, droge bergen en tropische laaglanden, is het gebied rond het Tsjaadmeer van zeer groot belang voor de bevolking. De oppervlakte van het Tsjaadmeer wordt echter steeds kleiner, nu zo’n 1500 vierkante kilometer (in de jaren zestig 26.000 km²). Ook de vaak hete stofwinden, droogtes en sprinkhanenplagen in Tsjaad eisen hun tol van gewassen en dieren. Het woestijngebied in Tsjaad wordt ook wel '
het dode hart van Afrika' genoemd.
De Atlantische Oceaan
De Midden-Afrikaanse landen Kameroen, Equatoriaal-Guinea, Gabon, Congo en Angola grenzen aan de Atlantische Oceaan, waarvan Angola de langste kuststreek heeft, ongeveer 1600 kilometer. Hier worden verschillende soorten gewassen verbouwd, van bananen en pinda’s tot koffie, cacao en palmolie. Ook wordt er veel gevist, de zee zit vol met zwaardvissen en barracuda’s. Walvissen verblijven hier van juli tot oktober. Sao Tomé en Principe is een eilandengroep voor de noordwestkust van Gabon, in de Golf van Guinee. Het zijn uitgedoofde vulkaaneilanden.
Nationale parken in Gabon
Gabon ligt bij de evenaar, het is er heet en vochtig. Het land bestaat uit een smalle kustvlakte, een heuvelachtig binnenland en in het zuiden en oosten bossen en savannes. Maar het grootste gedeelte van Gabon bestaat uit dicht tropisch woud, de rand van het Congobekken. In 2002 zijn er dertien nationale parken opgericht, deze beslaan zo’n 10 procent van het land. Het meest toegankelijke hiervan is
Nationaal Park Lopé, dat ook op de UNESCO Werelderfgoed lijst staat. Dit is, naast de vele andere diersoorten, het leefgebied van de met uitsterven bedreigde mandril aap.
Bevolking
In Centraal-Afrika zijn er veel verschillende etnische groepen en culturen. Alleen al in het Congobekken leven zo’n 250 verschillende groepen, waaronder de Bakapygmeeën. In onder meer Kameroen, Congo, Democratische Republiek Congo, Gabon en Centraal-Afrikaanse Republiek leven diverse pygmeeënvolken, wier leven en welzijn nauw samenhangen met het bos. De volwassen mannen van dit volk worden gemiddeld niet langer dan 150 centimeter.
‘Bantoe’ betekent mensen, de volkeren die Bantoetalen spreken worden aangeduid met Bantoevolkeren. Zij vormen de grootste groep in dit deel van Afrika, bijvoorbeeld de Bakongo.
Bedreigingen
De bevolking in Centraal-Afrika heeft veel te lijden (gehad) van (burger)oorlogen en politieke chaos en corruptie. De bevolkingsdichtheid neemt toe en mede hierdoor de verstedelijking van het gebied. Dit leidt tot armoede en hongersnood en grote problemen met het milieu. Ook ziektes zoals aids en ebola zijn hiervan het gevolg. Tevens vormt de klimaatverandering inmiddels een grote bedreiging voor vele gebieden in het midden van Afrika. In met name het Congobekken is ontbossing door houtkap, mijnbouw, landbouw, oliewinning en de bouw van dammen en wegen een zeer grote bedreiging. Eén van de gevolgen hiervan zijn de uitstervende diersoorten, zoals de zwarte neushoorn, bonobo, mandril, berggorilla, luipaard en bosolifant. Dit wordt mede veroorzaakt door de jacht en stroperij op deze wilde dieren.