Chefchaouen - Magisch blauw dorp in Marokko
Er was eens een blauwe stad, een plek waar de tijd stil heeft gestaan, waar niets hoefde of moest. Een stad met blauw en witte straatjes, een doolhof van blauwe steegjes die je meenemen naar een oud verleden om te verdwalen tussen haar kleuren en geuren, een doolhof van illusies en parfums en zonder haast verlies je jezelf in de tijd.
Nee dit is geen sprookje uit 1001 nachten. Deze stad bestaat echt, verscholen in de uitlopers van de ruige bergen van de Rifgebergte en dichterbij dan je zou denken. Haar naam is Chefchaouen of Chaouen en heb je haar een keer beleefd dan is ze op je netvlies blijven plakken om nooit meer te vergeten.
Waar ligt Chefchaouen en hoe kom je er
Chefchaouen ligt in het noorden van Marokko in het Rifgebergte, dicht bij de Spaanse grens. Het is relatief goed verbonden met de weg naar de grotere steden, zoals Tetouan (60 km, ongeveer 1 uur met de auto of bus) of Tanger (115 kilometer, iets meer dan twee uur met de auto of bus). Er zijn verschillende manieren om vanuit deze steden Chaouen te bezoeken tegen een relatief geringe prijs.
- per bus (Gare Routiere vertrek om de paar uur, met uitzondering van zondags)
- het typische vervoer in Marokko, Grand Taxi ( hele oude grote Mercedes dit tot 7 personen kan vervoeren)
Afhankelijk van de privacy, comfort en haast die je hebt kun je bepalen hoe je wilt reizen. De prijzen voor de bussen liggen tussen de 500-600 dirhams. De wegen zijn goed maar wel kronkelijk. Zodra je Chaouen bereikt, vergeet je alle vervoersmiddelen. Het enige voertuig dat door de straten van de medina past, is de ezel die wordt gebruikt voor het vervoer van goederen.
Het Spaanse verleden
Hier heb je nog zo iets als een “Spaanse wijk” met namen van pensioenen en Bars als Valencia en Madrid, symptoom voor een periode van de Spaanse bezetting die meer dan veertig jaar geduurd heeft (1913-1956). Inderdaad Chefchaouen was de laatste stad die de Spaanse vlag terugtrok toen de onafhankelijkheid van Marokko praktisch al een gegeven was. In het Rif is er nog steeds een dergelijke invloed, als een deel van de geschiedenis van het Iberische schiereiland. Velen van hen spreken nog het Castiliaans met een verbazingwekkend gemak.
Chefchaouen, opgericht in 1471 door Moulay Rachid Ben Ali, was een van de vele Joden en Moren verdreven door de katholieke koningen. Chefchaouen is net als vele Pueblos Blancos (witte dorpen) in Andalucia gelegen in bergachtige gebieden. Chaouen dankt haar naam aan de hoge bergtoppen die boven de stad uitsteken en die op horens lijken (chaouen betekent "horens"). Er wordt verteld dat de karakteristieke blauwe kleur, later is toegevoegd, en een idee van de Sefardim was om de muggen te verdrijven.
De medina ontdekken
Blauw is zonder twijfel de ware identiteit van Chefchaouen en men hoeft slechts rond te kijken om te beseffen dat, behalve wat stoffen en tapijten opgehangen door handelaren, alles een blauw-wit schouwspel is.
Het beste om Chefchaouen te ontdekken is door je te laten verliezen in de medina, zonder kaarten en met enige doel te wandelen richting de plekken die je voeten bepalen. In Chefchaouen werken de klokken niet. De perceptie van ruimte en tijd gaat verloren. Een minuut is niet een minuut, een uur is niet een uur. Het is voldoende om te luisteren naar de hamerslagen van de timmerman of naar het geklop van de leerlooier die zijn nieuwste werken op huid buiten aan het ophangen is.
Het doolhof chauní is geboren uit honderden smalle straatjes en uit hoekjes, die als je ze neemt geen uitgang hebben, trappetjes die uitnodigen om af te dalen naar nieuwe uithoeken die weer versierd zijn met de mooiste blauwe kleuren. Chefchaouen is ook de stad van de katten. Talloze katachtige ogen vliegen van dak naar dak, van huis tot huis, met de elegantie van silhouetten die uitstralen dat zij dit gebied bezitten. Fijne zwarte stylisten en groene ogen, chauníes met zeven levens, domineren de scène met pretentieuze gebaren en manieren.
Met bloed, zweet en tranen hebben de Moren en Joden dit netwerk van blauw gekleurde steegjes gebouwd. De Andalusische passie en inspiratie stroomde met bijna elke stap die genomen werd uit volledige improvisatie. Weinig tijd is hier nodig om te ontsnappen uit de noties van het normale leven. Bij het verlaten van het doolhof door een van de zeven poorten van de medina, gebruiken vrouwen al eeuwenlang, de stroming van de rivier om de was te wrijven tegen de stenen in het water. Vanaf hier loopt een pad omhoog en van boven lijkt Chaouen op een bijenkorf van op elkaar gestapelde gebouwen waar geen enkel steegje te bekennen is.
UTA el Hammam
Uta de hammam is het plein van CHAOUEN. Er zijn vele kleine pleintjes in de medina, maar geen enkele is zo iconisch, om vergeleken te kunnen worden met Uta el Hammam. Haar naam betekent Plein van de baden, afkomstig van de oude hamam. Het is de ontmoetingsplaats voor de lokale bevolking en buitenstaanders, en onder de schaduw van grote oude coniferen, word er gekletst en gezongen, drums gespeeld, souvenirs verkocht, snuiftabak geroken en ook wat geen tabak is... De stad leeft 24 uur per dag. Op het plein zijn vele tafeltjes die je uitnodigen om een kopje mint thee te drinken en te genieten van heerlijk maaltijden tegen de meest schappelijke prijzen.
Vanaf hier zie je ook de oude kashba met haar okerkleurige muren en torens die verraden dat dit vroeger een paleis was, dat nadien diende als hoofdkwartier van de Spaanse bezetters en ook als bloederige beveiligde gevangenis.
De Kasbah is open voor bezoekers voor een klein prijsje van 10 Dirham (ongeveer 1 euro). De gevangenissen met haar sombere kerkers en boeien tegen de muren verraden dat nog niet zo lang geleden mensen hier als beesten werden vastgehouden. Een bezoek dat geen sporen achter laat en niet vergeten mag worden als zijnde een belangrijk onderdeel van de geschiedenis van deze stad.