Duik onder in de cultuur en geschiedenis van Arles
Arles gelegen aan de oever van de Rhône, vormt het hart van de Provence en behoort tot de oudste stadjes van Frankrijk. Dit ‘kleine Rome van Gallië’ getuigt van een roemrijk verleden. Het amfitheater, het antieke theater, de cryptoportieken, het Forum, de thermen van Constantijn, de kathedraal van Saint-Trophime en de sacrofagen van Les Alyscamps zijn door de UNESCO, op de werelderfgoedlijst geplaatst. Hoog tijd om eens een kijkje te nemen in deze juweel aan de rand van de Camargue.
Het amfitheater: brood en spelen
De Romeinen wisten het al heel lang: geef het volk brood en spelen. Et voilà, er kwamen gladiatoren- en dierengevechten. Aanvankelijk ging het om privévoorstellingen, maar de beruchte spelen werden steeds meer openbaar. Vanaf de 1e eeuw v. Chr. behoorden deze brute en bloedige gevechten, tussen krijgsgevangenen onderling, of tussen mens en dier, tot volksvermaak nummer 1. Dit vroeg om een heus Romeins bouwwerk, een Romeinse arena...
Het goed geconserveerde amfitheater in Arles werd al heel vroeg het symbool van macht van het Romeinse imperium. De cirkel voor de toeschouwers telde 34 rijen en bood plaats aan ruim 20.000 zitplaatsen en 800 staanplaatsen. De toeschouwers werden ingedeeld al naar gelang hun maatschappelijke positie. De keizer zat in de loge en de andere prominenten namen plaats op de eerste vier rijen. De rijken, de middenstand, de vrouwen zaten op de daaropvolgende rijen. Het voetvolk moest genoegen nemen met staanplaatsen. De arena rustte op een kelder met gangen en platforms. Het amfitheater in Arles is naar alle waarschijnlijkheid gebouwd aan het einde van de 1e eeuw en heeft veel overeenkomsten met dat van het Colosseum in Rome. Gedurende de Middeleeuwen werden binnen de muren van het amfitheater meer dan 200 huizen en twee kerken gebouwd. De arena werd een verdedigingswerk, zo getuige de drie torens. l’amphithéâtre romain raakte in verval en overwoekerd, maar vanaf de 19e eeuw werd het theater herontdekt en uitgegraven. En als de zon nu langzaam achter de arena verdwijnt, nemen meer dan 10.000 mensen hier plaats om te kijken naar de corrida...
Van Corrida naar Course Camarguaise
Vanuit de onderste tunnels komen nu geen wilde dieren de arena binnenstormen of strijden gladiatoren op leven en dood. Nee, het zijn indrukwekkende ‘toros bravos’ van zo’n 500 kilo, die hier briesend de arena in worden gedreven. Het stierenvechten vormt, op sommige plekken in Zuid-Frankrijk, nog steeds een populaire volksattractie en vond voor het eerst plaats in de 19e eeuw. L’ histoire se répète ! Ceremoniële dierenmishandeling behoort hier nog steeds tot de traditie alhoewel de schilder Picasso en de schrijver Ernest Hemmingway het tot een onderwerp van hun kunst maakten.
Ernest Hemingway:
'De matador brengt een kunstwerk tot stand en speelt met de dood, laat hem dichterbij komen, dichter en dichter, een dood waarvan je weet dat hij in de horens zit (...) Hij brengt het gevoel van onsterfelijkheid over en terwijl je toekijkt wordt dat gevoel ook van jou. Dan, als beiden het hebben, bevestigt hij het met zijn degen'.
In Arles is de
course camarguaise vooral geliefd. Een groot aantal torero’s probeert hierbij, een rozet tussen de horens van de stier weg te grissen. Het dier blijft gelukkig gespaard. Deze kleurrijke en Occitaanse féria, waarbij de Arlésiens helemaal opgaan in het spel, is dan ook zeker de moeite waard eens mee te maken.