Moresnet: voormalige vrijstaat onder Vaals

Na de val van Napoleon werden in 1815 op het Congres van Wenen de grenzen in Europa opnieuw bepaald. Ook het nieuwe Koninkrijk der Nederlanden en Pruisen (grote delen van het huidige West- en Noord-Duitsland en Polen) moesten samen overleggen. Ze werden het in grote lijnen snel eens, maar op één punt bereikten de twee landen geen overeenstemming. In het plaatsje Kelmis, vlakbij Moresnet, bevond zich de winstgevende zinkmijn Altenberg / Vieille Montagne. Beide landen gunden elkaar het belang van de grondstof niet en na lang onderhandelen werd het gebied in 1816 in drieën gedeeld: het deel bij Moresnet was voor Nederland, het deel waar nu Neu-Moresnet ligt voor Pruisen en het deel waar de zinkmijn zich bevond bleef neutraal. Dat werd het vrijstaatje Moresnet, dat onder leiding kwam te staan van een Pruisische en een Nederlandse commissaris.
Belastingvrij
Moresnet grensde tot 1830 aan Nederland en Pruisen. Nadat de Zuidelijke Nederlanden zelfstandig verder gingen grensde Moresnet ook aan het nieuwe Koninkrijk der Belgen. Van oorsprong woonden in Neutraal Moresnet slechts 256 mensen, maar dat aantal vertienvoudigde binnen een halve eeuw. Zo’n vrijstaat trok immers veel volk aan en kon ook inwoners en werknemers gebruiken. Er was geen dienstplicht, de lonen waren hoog, er kon vrij worden geïmporteerd en de bewoners mochten bovendien voor eigen gebruik sterke drank stoken (die doorgaans illegaal de grens over ging naar goed betalende afnemers).
Populaire dokter
Tijdens de ruim honderd jaar van haar bestaan deed Moresnet vaak van zich spreken. Dat was voor een groot deel te danken aan de Duitse arts Wilhelm Molly (1838-1919). Deze kwam in 1863 naar Moresnet om er als huisarts te werken. Hij werd al snel benoemd tot bedrijfsarts van de zinkmijn. Molly was populair onder de bevolking, wat hij te danken had aan zijn lage tarieven en het succes waarmee hij een dreigende cholera-epidemie wist te onderdrukken. De dokter kreeg de smaak van een onafhankelijke staat te pakken en introduceerde eigen postzegels, een wapen, een vlag (de driekleur zwart-wit-blauw) en zelfs een volkslied. Ook circuleerde eigen muntgeld, dat echter nooit een officieel betaalmiddel werd.Esperantostaat Amikejo
Maar het belangrijkste wapenfeit van Molly is dat hij van Moresnet een Esperantostaat wilde maken, onder de naam Amikejo, wat ‘plaats van grote vriendschap’ betekent. De oprichting van deze staat werd tijdens een grote manifestatie in 1908 gepropageerd, waarbij de complete bevolking aanwezig was. Aanvankelijk leek het initiatief succesvol en besloot het Congres van Esperantisten zelfs om niet Den Haag maar Moresnet tot Esperantohoofdstad van de wereld te benoemen. Tegen die tijd was het economisch belang van Neutraal Moresnet gedaald. De zinkmijn was in 1885 uitgeput en het verzet van het officiële bestuur tegen Molly’s activiteiten was begin 20ste eeuw al een stuk minder dan toen hij jaren daarvoor de eigen postzegels introduceerde. De Eerste Wereldoorlog (1914-1918) en de dood van Molly in 1919 zorgden er voor dat Neutraal Moresnet nooit de onafhankelijke staat Amikejo werd, maar deel ging uitmaken van België. Tijdens het Verdrag van Versailles, dat het eind van de oorlog bezegelde, erkende Duitsland ‘de volkomen soevereiniteit van België over het gehele betwiste gebied van Moresnet’ en dat was conform de wensen van de bevolking. Die had al in 1897 een verzoekschrift tot aansluiting bij België ingediend, moest er een eind komen aan de neutrale status van Moresnet.