Hoorn: 6 bijzondere gebouwen en 1 steen
In Hoorn vind je, op loopafstand van elkaar, heel wat opmerkelijke gebouwen. Er is slechts één stadspoort overgebleven: de Oosterpoort. De Mariatoren is een mooie verdedigingstoren waar kruit in werd opgeslagen. En in de Waag, waar je nu kunt eten en drinken op het terras, werd vroeger behoorlijk wat kaas afgewogen.
Oosterpoort
De Oosterpoort, tussen de Draafsingel en het Kleine Oost, is de enig overgebleven stadspoort van Hoorn. Ooit waren er vijf. De Oosterpoort dateert uit 1578. In 1601 werd er een huisje bijgebouwd, dat nog steeds als woning in gebruik is. De houten brug, die dienst deed als entree naar de stad, werd in 1763 vervangen door de huidige stenen boogbrug.
Boterhal / Sint Jans Gasthuis
Tegenover de Grote Kerk staat De Boterhal (het voormalige Sint Jans Gasthuis) uit 1563. Het is één van de mooiste vroegrenaissancegebouwen in Nederland. Boven de gevelsteen is een beeld van Johannes de Doper te zien. Men zegt dat de gegroefde stenen aan beide kanten van de deur een genezende werking hebben, en dat inwoners van Hoorn de stenen aanraakten om ziekten af te weren. Het gebouw werd tot 1840 gebruikt als ziekenhuis. Daarna werd het een kledingmagazijn van het leger en een plaats waar eieren en boter werden verhandeld (vandaar de naam Boterhal). Nu is het gebouw in gebruik als expositieruimte van de Kunstenaarsvereniging Hoorn en Omstreken.
Mariatoren
De Maria- of Kruittoren uit 1508 is een halfronde bakstenen verdedigingstoren in laatgotische stijl. Ooit was de toren onderdeel van de stadsomwalling. De toren ligt aan een voetpad over de voormalige stadswal, Achter de Vest. Op de wal stond ooit de stadsmuur. De toren dankt zijn naam aan het Mariaklooster, dat meebetaalde aan de verdediging van de stad.
De kelder van de toren heeft aan de zijkanten schietgaten voor kanonnen ter bescherming van de stadsmuur. Onder het dak zitten schietsleuven voor musketten. De Mariatoren is de enige overgebleven waltoren en werd gebruikt voor het opslaan van kruit. Later werd er ijs in bewaard dat in de winter uit de stadsgracht werd gehakt.
Pakhuizen op de Bierkade
Aan de Bierkade losten schepen uit Hamburg en Bremen hun lading bier. Hier werkten de stadsbierdragers die de vaten naar de handelaren vervoerden. Op de gevel van het pakhuis Londen (huisnummer 2) zitten twee stenen die een beeld geven van deze werkzaamheden. De Bierkade telde ook diverse
kaaspakhuizen. Sommige zijn verbouwd tot woning; in twee andere (huisnummer 4 en 4a) is sinds 1994 het Museum van de Twintigste Eeuw gehuisvest.
Roode Steen
De Roode Steen is vernoemd naar de rode steen die is ingemetseld naast de sokkel van
Pieterszoon Coen. De steen is roodgekleurd vanwege het vele bloed dat er vloeide. Op dit plein werden vroeger veel vonnissen voltrokken. Gewoonlijk bestonden die vonnissen uit het afhakken van ledematen of, bij zeer ernstige misdrijven, van het hoofd. De steen die op het plein te zien is, is een replica. Fragmenten van de echte Rode steen zijn te zien in het
Westfries Museum.
De Waag
De Waag is te vinden aan het plein
De Roode Steen. Oude inwoners van Hoorn noemen het plein nog steeds De Kaasmarkt. In de Waag werd hoofdzakelijk kaas gewogen. De kaasdragers zorgden voor de aan- en afvoer van de kazen.
Twee keer in de week werd er kaasmarkt gehouden. Op een gewone werkdag in 1756 werd 125.000 kilo kaas gewogen, zo belangrijk was de kaashandel voor Hoorn.
De huidige waag is in 1609 gebouwd op de plaats van een ouder gebouw, naar een ontwerp van de Amsterdamse bouwmeester Hendrick de Keyser. Iedereen kon hier, onder toezicht van de stedelijke overheid, zijn goederen laten wegen. Dit was hoogstnoodzakelijk; er werd in die tijd veel geknoeid met maten en gewichten.
Op de begane grond zijn in het grand café nog de oude gereedschappen te vinden. Onder de luifel hangt nog steeds de klok, die geluid werd als de kaasmarkt begon. Op de eerste etage is een restaurant gevestigd.
Station
Het station werd net buiten de singel gebouwd, in 1882. Om het station beter toegankelijk te maken werd de singel voor een deel gedempt. De stijl waarin het is gebouwd: Hollandse renaissance. Kenmerkend voor deze stijl is dat het metselwerk wordt afgewisseld met horizontale natuurstenen banden, hier van zandsteen. De oorspronkelijke gietijzeren overkapping aan de achtergevel doet nog steeds dienst.
Het stationsgebouw werd in 1884 in gebruik genomen, tegelijk met de spoorlijn. Het traject: Hoorn – Zaandam.