Glastonbury: Het legendarische Avalon

Glastonbury Tor
De hoog boven de vlakten van Somerset uitrijzende Glastonbury Tor, bekroond door de ruïne van een kerktoren, is een niet te missen herkenningspunt in het landschap rond een van de meest mysterieuze plaatsen van heel Engeland. Glastonbury, waar een van de oudste godshuizen van het christendom staat, is gehuld in een sluier van romantische overleveringen en mythen. Het nijvere provinciestadje trekt allerlei soorten bezoekers aan. Romantici komen vanwege de legenden van koning Arthur, pelgrims vanwege hun oud-christelijke erfgoed, mystici hopen er de heilige graal te vinden en astrologen worden aangelokt door de geruchten over een Dierenriem die in het landschap te vinden zou zijn.Toen de eerste christenen zich er vestigden, was Glastonbury bijna een eiland in getijdenmoerassen. Dat was omstreeks 705 n. Chr., toen de koning Ine hier een klooster stichtte, dat in de 10e eeuw door benedictijnen is overgenomen.
Werd koning Arthur hier begraven?
Velen menen dat de vraag of het lichaam van koning Arthur wel of niet bij de abdij werd begraven Glastonbury’s grootste raadsel is.Ofschoon de monniken verzekerden dat zij hier zijn stoffelijk overschot en dat van zijn echtgenote Guinevere in 1190 n. Chr. hadden ontdekt, wordt de juistheid daarvan nog altijd sterk betwijfeld. Recent bewijsmateriaal doet vermoeden dat Arthur bij Bridgend in het zuiden van Wales is begraven. Na zijn laatste slag werd de stervende koning naar het legendarisch Avalon overgebracht. Daar droeg hij sir Bedivere op zijn magische zwaard Excalibur weg te gooien, maar toen deze het zwaard in het meer gooide, verscheen er een hand boven het water om het te vangen.
Waar heeft dat merkwaardige gebeuren zich afgespeeld?
Het populairste antwoord is, bij een al heel lange drooggelegd meertje in Pomparles Bridge bij Glastonbury. Het oude graf bij de abdij werd ontdekt nadat een minstreel uit Wales het geheim van Arthurs begrafenis aan koning Hendrik II had onthuld.Deze lichtte de abt in, en later, toen de abdij na de brand van 1184 n. Chr. werd herbouwd, gingen de monniken op zoek naar het graf. Op een diepte van circa twee meter ontdekten zij een grote platte deksteen met loden crucifix, met de inscriptie: Hic iacet sepultus inclitus rex arturius in insula avalonia (‘Hier ligt de vermaarde koning Arthurs begraven, op het eiland Avalon’)