Fietsen langs de hunebedden in de omgeving van Assen
Een paar kilometer buiten het centrum van de Drentse hoofdstad Assen liggen vier hunebedden. Als je wel eens met de trein van Assen naar Groningen bent gereisd, heb je één daarvan waarschijnlijk al gezien: D15 in Loon. Vlakbij ligt ook hunebed D16 en de twee hunebedden in Rolde; D17 en D18. De hunebedden zijn aangegeven met de letter 'D' (waarbij de ‘D’ staat voor ‘Drenthe’) en zijn genummerd van noord naar zuid. Als je op vakantie gaat naar Drenthe, huur dan een fiets en geniet van de omgeving terwijl je deze vier eeuwenoude monumenten bezoekt!
Bron: ElisaRiva, Pixabay Het hunebed in Loon
Kenmerken van D15
D15 in Loon (gemeente Assen) heeft een lengte van 9,6 meter en een breedte van 3,6 meter. Het hunebed is opgebouwd uit vijf trilithons. Een trilithon is een set van twee zijstenen met daarop een deksteen. Van de tien dekstenen zijn vier bewaard gebleven. De ingang is gemarkeerd door vier poortzijstenen en één poortdeksteen. Het hunebed wordt een zogenoemd ganggraf genoemd, omdat het twee trilithons heeft als ingang. Rondom het hunebed is een deel van de kransstenen (stenen die soms rondom hunebedden werden gelegd) aanwezig. D15 bevindt zich aan de Heirweg en het is vanuit de trein zichtbaar op het traject Assen-Groningen.
Geschiedenis van D15
De oudste vermelding van het hunebed komt uit 1654 door A. van Slichtenhorst. Slichtenhorst beschrijft een hunebed bij het klooster van Assen. In 1856 is gegraven in de kelder en in 1870 werd het hunebed volledig ontdaan van zijn dekheuvel. Restauraties hebben plaatsgevonden in 1952, 1965 en 1993. In 1974 werd illegaal in de ingang van het hunebed gegraven. Daarbij zijn twee klokbekers en een fragment brons of koper gevonden. De vondsten zijn overgedragen aan het Drents Museum.
Hunebed D16 in Balloo
Kenmerken van het hunebed
D16 in Balloo (gemeente Aa en Hunze) is 15,6 meter lang en 3,9 meter breed. Het hunebed bestaat uit negen trilithons. Het aantal trilithons is vrij uniek, aangezien de meeste hunebedden in Nederland vier tot zeven trilithons hebben. De ingang bestaat uit twee poortzijstenen met daarop de poortdeksteen. D16 is gelegen tussen het Loonerdiep en de dorpskern van Balloo.
Geschiedenis van D16
D16 werd voor het eerst vermeld op kaarten uit omstreeks 1811-1813, gemaakt door een Franse cartograaf. In 1918 vond een proefsleuvenonderzoek plaats nabij het hunebed. Verscheidene restauraties hebben plaatsgevonden in 1952, 1954 en in 1978. Tijdens de laatste restauratie werden de dekstenen die in de kelder waren gevallen weer op hun plaats gezet. In één van de dekstenen zitten ronde putjes. Archeologen onderscheiden twee verschillende soorten putjes: het ene putje (gat) is gemaakt met moderne technieken en het andere putje met een steen. Onderzoek heeft uitgewezen dat de putjes in de deksteen van D16 zijn gemaakt door het kloppen met een kleine stenen. Mogelijk dateren de putjes uit de Bronstijd (2000-800 v.Chr.). De putjes die zijn gemaakt door moderne boren, zijn gezet in een poging het hunebed op te blazen. In bijvoorbeeld het hunebed
D14 in Eext zijn deze putjes / gaten gevonden in de keien.
Bron: Gouwenaar, Wikimedia Commons (Publiek domein) De twee hunebedden in Rolde
Hunebed D17
Het eerste hunebed in Rolde (gemeente Aa en Hunze) heeft een lengte van 13,9 meter en een breedte van 3,8 meter. Het hunebed is opgebouwd uit acht trilithons en heeft één trilithon als ingang gehad. Van de acht dekstenen zijn er nog zeven aanwezig. Zes daarvan zijn in de kelder zijn gevallen. Van de poort zijn twee poortzijstenen overgebleven. Het hunebed ligt samen met D18 achter de begraafplaats van de Jacobuskerk.
De eerste vermelding van D17 en D18 komt vermoedelijk uit 1547 door A. Schonhovius Batavus. Schonhovius Batavus sprak over ‘het hunebed’ in ‘Roelden’. In 1706 voerden S. Hofstede en S. Kymmell onderzoek uit. Gedurende het onderzoek werd een blauwe, vergulde pot aangetroffen. Tussen 1957 en 1965 werd het hunebed gerestaureerd. In 1964 werd proefsleuvenonderzoek uitgevoerd nabij D17 en D18 om te achterhalen of kransstenen (stenen die soms rondom hunebedden werden gelegd) aanwezig zijn geweest. Dit bleek niet het geval te zijn.
Hunebed D18
Het tweede hunebed in Rolde, D18, is 12,6 meter lang en 3,5 meter breed. Van het hunebed, dat uit zeven trilithons bestaat, ontbreekt alleen de poortdeksteen.
Restauraties aan hunebed D18 vonden plaats in 1873, 1931, 1936, in de periode 1957-1965 en in 1993. Tijdens de restauraties werden gaten in de zijstenen geboord. Stalen pennen werden de dekstenen gezet en vervolgens vastgezet in de zijstenen. Wetenschappelijk onderzoek heeft niet plaatsgevonden. Wel is een melding bekend van aardewerkenvondsten uit 1818.
De rit langs deze hunebedden bedraagt 6 kilometer en de hunebedden zijn het beste bereikbaar per
fiets.