Luberon, een nog niet zo bekend gedeelte van la Provence
La Provence behoort tot de mooiste gebieden van Frankrijk. Steden als Avignon, ooit de residentie van de pauzen, Beau en Toulouse getuigen van een rijke historie. De Franse Riviera en de Ardeche zijn vermaard tot ver over de Franse grenzen. Veel minder bekend is de in 1977 door de Unesco tot beschermd natuurgebied uitgeroepen Luberon.
Het natuurgebied bestaat uit drie delen:
- Het land van water; het gebied van de rivier de Durance en talloze bergbeken in de Pays d’Aigues, in het zuiden van de Luberon. Een gebied vol kastelen. Een streek ook vol verscholen dorpjes waar de tijd stil lijkt te staan. Het domein van de bergarend, maar ook van geurende lavendelvelden, cederwouden en gaarden van olijven en druiven.
- Het land van vuur; de delfplaats van de roodachtige verfkleurstof oker ten noorden van de plaats Apt. Een streek vol pittoreske plaatsjes vol smalle straatjes die zich als adelaarsnesten bovenop de bergen bevinden.
- Het land van licht; een woest en verlaten middengebergte in Pays Fourcalquer, het gebied van de Hautes Alpes de Provence.
Waldenzen
Door het gebied lopen verschillende routes. Zoals de route van 1545, die herinnert aan de godsdienststrijd tussen katholieken en waldenzen. Deze laatste kwamen in opstand tegen de al te luxe levenswijze van de pauzen, die destijds in Avignon hun paleis hadden. Wegens hun bandeloze leven noemde paus Gregorius XI de stad een groot bordeel, toen hij in 1377 terugkeerde naar Rome. Het was de periode van het Grote Schisma in de katholieke kerk met zowel een pauselijk paleis in Rome als, tot de Franse Revolutie, in Avignon. Vooral in 1545 werden de waldenzen wreed vervolgd. Maar liefst negentien van hun dorpen werden afgebrand en drieduizend mensen gedood. Zevenhonderd werden afgevoerd als galeislaven. Een stille getuige is het plaatsje Oppède le Vieux. In Merindol zijn mensen van de rotsen geduwd, daar waar onderaan de berg een museum gewijd is aan de waldenzers (in het Frans: vaudois).
Pays d’Aigues
In Pays d’Aigues loopt een kastelenroute langs dorpjes die gekwalificeerd staan als de ‘plus beau village de France’. Zo’n dorpje is Ansouis. Nostalgische en romantische straten kronkelen hier aan de voet van het kasteel dat al 1000 jaar toebehoort aan de familie de Sabran. Prachtig ook is Lourmarin met zijn majestueuze kasteel uit de Renaissance. In Lacoste bevindt zich de ruïne van het kasteel van markies de Sade. De naar het gebied genoemde Route d’Aigues gaat onder andere naar het schilderachtige Cucuron. Het oude dorp rust op fundamenten uit de XIIIe eeuw en de huizen bestaan uit stenen uit lang vervlogen tijden. Vanaf de donjon st Michel kijk je uit op de zo genoemde paters en nonnen ofwel dakpannen van dit mooie plaatsje.
Verscholen dorpjes
Bijzonder mooi is ook de route villages perchés, ofwel de route van de verscholen dorpjes. Vaak bevinden ze zich als adelaarsnesten op de punt van een rots. Vaak in de schaduw van een kasteel, die het stadje moest beschermen. Bijzonder mooi is Ménerbes, dat terecht behoort tot les ‘plus beau village de France’. Een bezoek waard zijn de kerk en het oude kerkhof, die zich hoog boven de stad bevinden. Vandaar heb je een prachtig uitzicht over de Luberon. Een ander fraai panorama biedt Bonnieux. Het omvat de akkers van de vallei van Calavon, en de Monts Vaucluse en de Ventoux. Het plaatsje zelf spreidt zich uit over de bergkam van het plateau des Claparèdes en de oevers van de Calavon.
Pays d’Ocre
Mooi is ook de route door het Pays d’Ocre, met het prachtige dorpje Roussillon. Pays d’Ocre is vooral onwezenlijk, omdat het de bodem van de zee is die 110.000 jaar geleden opdroogde. Wat overbleef was een ongekend paradijs van roodachtig gelaagde rotsen in alle denkbare kleuren. Nu vormen oker, zand en leisteen een natuurlijke harmonie met het omringende landschap. Daar kan je een wandeling maken door het domein van de oker. Het kleurt bergengtes, kloven, rotsformaties en dalen rood, paars, oranje, geel. Zoals overal ter wereld bedekken ook de bewoners van Luberon hun huizen met wat de grond hen biedt. Zo zien we het oker, een aardverfstof gebruikt om verf te bereiden, terug op de woningen van Roussillon en elders in Luberon.
Cézanne
Een van de mooiste bergen van de Provence is de sta Victoire. Deze was favoriet van de impressionistische schilder Paul Cézanne (1838-1906). In Aix en Provence, in het zuiden van de Luberon, staat nog steeds zijn atelier. Landschap en licht van de Luberon boden hem inspiratie tot zijn tot cilinders, kegels en ballen teruggebrachte vormen van de natuur. Hij bootst de natuur niet na, maar bracht een schepping tot stand die zich parallel aan de natuur voltrok. Een wandeling in Aix en Provence, ongeveer 30km van Cadenet, voert langs de plekken waar Cézanne verbleef. Indrukwekkend is de natuur rondom Mont Ste Victoire. Licht en schaduw vormen een breed palet aan kleuren en landschappen. Naar het zuiden loopt de berg steil naar beneden, maar naar het noorden langzaam trapsgewijs. Zoals bij zo veel bergen in Luberon. Een ander frappant verschijnsel is dat bij veel bergen de ene kant kaal is en de ander begroeid met woud.
Côte du Liberon
Uiteraard maken ze in Luberon ook wijn. Vermaard zijn de wijnen onder het label Côte du Luberon. De rode wijnen van Côte du Luberon zijn wijnen met karakter, sensueel en charmant. Ze hebben een wat wild maar vol aroma met fruitige nuances. Fluweelzacht en een beetje koppig zijn het vooral mooie wijnen voor de herfst en winter omdat er zoveel in te ontdekken valt. Fris van smaak en aromatisch zijn de witte wijnen. Floraal van karakter onderscheiden ze zich door hun sprankelende mondgevoel en hun elegantie. Ze smaken uitstekend bij vis en de regionale geitenkaas. Mooi van structuur en edel van karakter zijn de rosés van Côte du Luberon. Verrassend zijn hun frisheid en hun aroma’s van rode vruchten. Wegens hun structuur zijn ze een goede begeleider bij een maaltijd, vooral bij wit vlees of exotische gerechten.