Kastanje: nationaal symbool van de Ardèche
Een bast vol stekels, een bruin velletje en een witte kern bestaand uit een of twee vruchten, Dat is de kastanje, het nationaal symbool van de Ardèche. Daar maken ze er allerlei lekkers van onder het kwaliteitslabel ‘AOC Châtaigneraie d’Ardèche’.In Joyeuse onthult het kastanjemuseum allerlei wetenswaardigheden over deze bijzondere vrucht.
Het museum bevindt zich in het hart van het middeleeuwse stadje Joyeuse. Het stadje speelde van oudsher een belangrijke rol in de historie van de Ardèche. Stille getuigen daarvan is de op rots getekende eregalerij aan de voet van het museum, een fraai 17e eeuws college. Daarop staan onder andere afgebeeld de Romein Marqués Cultus Passus (115-170), Kartel de Grote (742-814) en de gravin van Montpensier (1627-1693).
Aten ze allemaal kastanjes? Waarschijnlijk wel, want al het brood uit deze streek werd vroeger gebakken van kastanje meel. Om tarwe en gerst te verbouwen of te kopen waren de bewoners te arm.
Tweehonderd soorten
Van de tweehonderd soorten tamme kastanjes komen er vijfenzestig uit de Ardèche. De rijke oogst is een gevolg van zorgvuldige selectie en enten gedurende meer dan vijfhonderd jaar. Er bestaan twee soorten tamme kastanjes: de marron en de châtaigne. De marron bestaat uit slechts één kern, de châtaigne bestaat uit twee door een tussenwand gescheiden kernen.
Het rapen van de oogst is arbeidsintensief. Een enkele boom levert 60 tot 70 kilo kastanjes en per persoon raapt men gemiddeld 10-15 kg. Na het drogen van de kastanje laat men deze 24 uur in water weken. Het kastanjevlees wordt gemalen in watermolens die over voldoende kracht beschikken, dankzij de vele rivieren en bronnen in de Ardèche.
Sterk karakter
Dankzij haar sterke karakter veranderde de boom niet in een treurwilg. Nog steeds staat ze fier rechtop. Haar levensloop is een drama. Na duizend jaar trouwe dienst als broodboom liet de bevolking haar vanaf de 18e eeuw in de steek. Van 1870 tot 1960 daalde haar teelt van 60.000 hectare naar 6.000 hectare.
De teelt van de moerbeiboom verdrong de kastanje. Door de hoge opbrengst van de zijden draad kon men nu rogge en tarwe kopen. Om haar verhaal nog triester te maken, nestelde schimmel zich op de wortels van de kastanjeboom. Dat betekende de dood voor 15.000 hectare.
De kastanje nam revanche door zich als een specialiteit op de markt te plaatsen. Van het grootste deel van de oogst van de broodboom bakt men dat typische brood uit de Ardèche. Om het glutenvrije meel te laten rijzen mengt men het met tarwemeel. Ook maakt men op basis van kastanjes jam, likeur, bier en biscuits.
De kastanje biedt daarnaast inspiratie aan restaurants van de prestigieuze ‘Confrérie Gôute d’Ardèche’. Zo serveert le Chêne Vert in Rocher een menu met in de hoofdrol kastanje. Ook andere koks bereiden hun maaltijden met kastanjes. ‘Het bedenken van recepten is een uitdaging', zegt Catherine Gohier van de chambre en table d’hôte Mas de la Cigale in Vernon