La Palma, la isla bonita

La Palma; het hoort bij Spanje, het ligt 450 km voor de Afrikaanse kust en 1500 km verwijderd van het zuidelijkste punt van het Iberisch schiereiland. Het eiland is mooi, het eiland is interessant, het is het eiland van de eeuwige lente.

Roerige tijden...

De geschiedenis van La Palma is op zijn zachts uitgedrukt onrustig te noemen. Het eiland is herhaaldelijk veroverd, geplunderd en weer bevrijd. Vanaf de eerste eeuw na Christus is het een komen en gaan van diverse expedities. Vanaf 1492 wordt het pas interessant. Dan komt Fernándes de Lugo in Puerto de Tazacorte aan. Een hevige strijd volgt. Een strijd waarin de Caldera de Taburiente een belangrijke rol speelt. Na deze veldslag wordt La Palma opgebouwd door diezelfde Fernández de Lugo. En het wordt een welvarend eiland met dank aan de verbouw van suikerriet later gevolgd door de wijnbouw.

Vanaf 1553 neemt het aantal overvallen door zeerovers toe. Die kwamen aan land om te plunderen en te roven. Vanaf eind 17e eeuw neemt de welvaart af. Dit werd veroorzaakt door de crisis in de wijn export en de vele bewoners die gingen emigreren naar Amerika. In 1852 worden de Canarische Eilanden tot vrije handelszone uitgeroepen. Toen kwam de economie weer op gang. Santa Cruz de La Palma groeit in deze tijd uit tot 1 van de belangrijkste havens van Europa. Er zijn in Santa Cruz nog steeds veel sporen uit deze tijd te vinden.

Rond 1900 komt de bananen teelt op gang. Dit is te danken aan ene Alfred L. Jones. Hij wilde graag bananen mee teug nemen op zijn vloot naar Engeland. Tegenwoordig is de bananen teelt het belangrijkste export product van La Palma.
De Spaanse burgeroorlog heeft weinig invloed gehad op La Palma. La Palma gaf namelijk het verzet na enkele weken al op.
In 1975, na de dood van generaal Franco worden de Canarische Eilanden gedeeltelijk autonoom. Dit houd in dat ook La Palma beslissingen kan nemen zonder ruggespraak met Madrid.

Langzaam aan komt nu ook het toerisme op gang. En wordt het toerisme ook een bron van inkomen voor de inwoners van La Palma. In 2002 wordt La Palma door de Unesco uitgeroepen tot beschermd biosfeer reservaat. Dit heeft gevolgen voor het eiland. Ze zijn verplicht bepaalde gebieden te beschermen. Hieronder valt o.a Los Tilos. Daar tegen over staat dat La Palma meer wandelpaden kan aanleggen van de subsidies en hiermee wordt de natuurliefhebber gestimuleerd om La Palma te bezoeken.

Vulkanen

Het eiland telt meer dan honderd vulkanen. De meeste hiervan zijn al jaren inactief. De hellingen van de vulkanen zijn veelal begroeit met de Canarische den, en er zijn wandelpaden aangelegd door deze bossen. Soms heb je nauwelijks door dat je over een vulkaan wandelt. Er zijn een paar vulkanen en kraters op het eiland waar extra aandacht aan wordt besteed. Om te beginnen is dit Hoyo de la Sima. Een enorm gat in de aarde. Het is volgens wetenschappers vermoedelijk een krater die nooit is ingestort. Je kunt de bodem niet zien, en mensen met een enorm goed gehoor kunnen heel diep iets horen sissen. Vermoedelijk water dat verdampt.

De San-Juan. In 1948 barstte deze vulkaan uit. Met immense stromen lava. Tegelijkertijd ontstond er ook een enorme kloof in de grond ( Cráter del Llano del Banco) waar ook lava uit begon te stromen. De beide lava stromen zijn duidelijk zichtbaar in het landschap.

De Llano del Jable. Dit ruige gebied staat vol met vulkanen. En er ligt een ware as woestijn. Het landschap is bizar en spectaculair te noemen.

Bij de vulkaan San Antonio (zuidelijk La Palma) is een bezoekers centrum ingericht. Hier kan men zien hoe een vulkaan zich ontwikkelt en hoe wetenschappers alles in de gaten houden. Ook kan men over de krater rand heen lopen. Bij helder weer ziet men vanaf de rand de omliggende Canarische eilanden liggen.

De vulkaan Tenequía is minder imposant om te zien dan de San Antonio. Wel is dit de vulkaan die het laatste is uitgebarsten. Om precies te zijn in 1971. Door deze uitbarsting waarbij de lava de zee in stroomde werd La Palma een paar meter langer. Op sommige plekken zijn de flanken van de Tenequía nog steeds warm!

Op de vulkanen in het zuiden groeien opvallend veel druiven. Men heeft ontdekt dat die prima groeien op de lava grond. Overigens houdt die grond heel goed water vast, en daardoor doen de druiven het zo goed.

Wandelen

La Palma ontdek je het beste door er te gaan wandelen. En dat kan het hele jaar door. Er lopen diverse gemarkeerde wandelpaden verspreid over het hele eiland. De meeste wandelpaden zijn goed onderhouden, veilig en makkelijk te combineren met elkaar. Het is wel aan te raden om een goede kaart te kopen waarop te zien is hoe de routes lopen zodat men niet te ver afdwaalt. Neem altijd genoeg water mee en negeer nooit een verbod bord of weg versperring. Als er b.v een instorting is geweest zet men die namelijk ook neer. De laatste jaren ziet men ook veel meer mountain bikers op La Palma. Er zijn inmiddels ook enkele verhuur bedrijven. Zij hebben gedeeltelijk eigen routes, en gedeeltelijk maken ze gebruik van de wandel routes.

Klimaat

Er bevinden zich diverse klimaat zones op La Palma. Hierdoor is er een interessante en soms zelfs bijzondere vorm van vegetatie ontstaan.

Het oosten van het eiland heeft de meeste regen. Dit is te danken aan de 2440 meter hoge Roque de los Muchachos die met zijn hoogte de regenwolken vanuit het oosten nauwelijks doorlaat naar het westen. Het oosten is groen. Hier groeien uiteraard de gebruikelijke loofbomen. Een heel interessant gebied is Los Tilos. Een gebied met veel vocht, maar ook een relatief gezien hoge temperatuur. Ook 1 van de grootste en laatste laurier bossen van Europa bevind zich in dit gebied. Hier groeien behalve de laurier bomen ook andere bijzondere planten die de vocht en warmte nodig hebben om te overleven. O.a de reuze varen, die binnen Europa verder alleen nog op Madeira voorkomt. Men kan diverse wandelingen maken door dit gebied, en ook door het nabij gelegen Cubo de la Galga. Zorg altijd dat je een regenpak bij je hebt als je de laurier bossen in gaat!

Het noorden is onberekenbaar. Er valt genoeg neerslag dus ook daar is het erg groen. Het wonen relatief gezien weinig mensen in het noorden. Het ligt veel te afgelegen, en het weer is er onberekenbaar. In de wintermaanden ligt er bijna dagelijks een dichte mist over de kleine dorpjes. In dit gebied groeien er relatief gezien veel drakenbloedbomen. Deze bijzondere en zeldzame boom wordt gelukkig goed beschermt op La Palma.

Het noordwesten is zonnig, uitgestrekt en een stuk droger. Hier groeien vele vetplanten, cactussen, palmbomen en ook een aantal drakenbloedbomen. Het is een prachtig landelijk gebied waar hele mooie wandelingen gemaakt kunnen worden.

Als we verder omlaag gaan komen we in het drukst bevolkte gebied van La Palma. O.a de grootste stad van het eiland (Los Llanos de Aridane) en de toeristische kustplaatsen Tazacorte en Puerto Naos liggen hier allemaal wat dichter op elkaar. Toch is het zeker niet overbevolkt! Het klimaat is hier het hele jaar door zonnig. In de winter zo'n 18-23 graden en in de zomer tot een maximum van ongeveer 28 graden. In dit gebied valt ook de minste neerslag. Een paar keer per jaar waait er een droge hete wind over het eiland, de Calima. Dan stijgt de temperatuur tot 40 graden.

Het zuiden is droog en zwart. Dit is te danken aan de vulkanen en lava stromen. De temperatuur is hier iets koeler mede omdat het hier wat meer waait. Hier groeit verder niet zo heel veel, op de flanken van de vulkanen doet men vooral aan wijnbouw en de Canarische den groeit er uiteraard ook. Die laatste kom je overigens over het hele eiland wel tegen, voornamelijk op de vulkaan flanken en berghellingen.

Uiteraard is het wel zo op La Palma dat hoe hoger men zit, hoe koeler het wordt. Ook waait er een paar keer per jaar een droge hete wind over het eiland, de Calima. Dan stijgt de temperatuur tot 40 graden. Wie kan, legt dan het werk neer. Dit duurt dan een paar dagen, en dan wordt alles weer normaal, en gaat men weer over op de orde van de dag.....

Lees verder

• Op vakantie naar La Palma