‘El Capitan’ is een paradijs voor bergbeklimmers
El Capitan is een rotsformatie in het Yosemite National Park in Californië die ontzettend populair is bij bergbeklimmers. Het is ook een geliefde plek voor basejumpers, hoewel het basejumpen er verboden is.
Een druk bezocht park
Het
Yosemite National Park ligt 250 kilometer ten oosten van
San Francisco in de
Sierra Nevada. Het heeft een oppervlakte van 3084 km2. Het park, dat vooral bekend staat om zijn machtige watervallen, kolkende rivieren, mammoetbomen en granieten rotsformaties, maakt sinds 1984 deel uit van de werelderfgoedlijst van UNESCO. Het is dan ook een van de drukst bezochte plaatsen in de staat van gouverneur Schwarzenegger. Het gebied staat vol met granieten rotsen en als je het park binnenrijdt zie je aan de noordzijde de vallei liggen waar El Capitan, de 3000 meter hoge granieten monoliet, twee keer de Rots van Gibraltar, hoog oprijst.
Herkomst van de naam
Toen het
Mariposa Bataljon in 1851 de vallei verkende werd de monoliet de naam '
El Capitan' meegegeven. Mariposa is de naam van een plaats in Californië en het bataljon dat ernaar vernoemd werd was samengesteld uit een groep huurlingen die door de toenmalige gouverneur John McDougall werd ingezet om de wildernis van de Sierra Nevada te verkennen. Mogelijk werd de naam ‘El Capitan’ ingegeven door de naam die de native Americans de rots gaven (To-to-Kon-oo-Lah) en die ‘stamhoofd’ betekent.
Ontstaan en exploratie
Tijdens de
ijstijd van één miljoen jaar geleden was de Sierra Nevada met een 3500 meter dikke ijskost bedekt. De druk van de massa ijs en de gletsjers bewerkstelligde de U-vorm van de vallei van het Yosemite Park. De eerste echte reis door het park werd gedaan onder leiding van
James Hutchings in 1855. Na zijn tocht publiceerde hij zijn bevindingen in het California Magazine. Kunstenaar
Thomas Ayres maakte de eerste precieze schetsen van Yosemite Park en
Ansel Adams’ prachtige foto’s zetten het park op de kaart voor het grote publiek.
Populaire klimsite
El Capitan heeft twee beklimbare zijden: aan het zuidwesten en het zuidoosten. Tussen de twee in bevindt zich een uitstekende rand, ‘
De Neus‘ genoemd. Deze werd in 1958 voor het eerst door Warren Harding, Wayne Merry en George Whitmore beklommen. De beklimming nam 47 dagen in beslag.
De tweede beklimming in 1960 door Royal Robbins, Joe Fitschen, Chuck Pratt en Tom Frost duurde slechts zeven dagen. Zo verminderde met de gehanteerde technieken de klimtijd. Fitte klimmers hebben nu vier à vijf dagen nodig om de top te bereiken en de tocht kan ook zonder hulpmiddelen gebeuren. Er bestaan trouwens een zeventigtal klimroutes met verschillende moeilijkheidsgraad.
John Long, Jim Bridwell en Billy Westbay slaagden erin om de beklimming op één dag af te werken. De eerste solobeklimming mocht Tom Bauman in 1969 op zijn naam schrijven.
In de film ‘
Star Tek V. The Final Frontier’ wordt een fictieve beklimming van El Capitan door Kapitein James Kirk weergegeven.
Ook
basejumpers hebben sinds de jaren zestig en zeventig de locatie gevonden om hun gewaagde sprongen uit te voeren, maar na een korte gedoogperiode met afgifte van vergunningen in 1980, werd door de parkleiding besloten een algemeen verbod uit te vaardigen zodat wie wil basejumpen het in de illegaliteit moet doen.