Artis - geschiedenis van de oudste dierentuin van Nederland
Dierentuin Artis werd opgericht op 1 mei 1838 en is daarmee een van de oudste dierentuinen van Europa en de alleroudste van Nederland. Voluit heette de Amsterdamse dierentuin toen Zoölogisch Genootschap Natura Artis Magistra, maar dat werd in de volksmond al snel Artis. Artis is altijd meer geweest dan een dierentuin. Kunst, architectuur, wetenschap, natuur, dieren en planten komen er samen. De dierentuin ligt in het centrum van Amsterdam en heeft een rijke geschiedenis. Van 'alleen voor leden' tot onderduikers in de oorlog.
Artis in de eerste jaren: 1838 - 1850
Zoölogisch Genootschap Natura Artis Magistra werd op 1 mei 1838 opgericht door boekhandelaar G.F. Westerman, commissionair J.W.H. Werlemann en horlogemaker J.J. Weismuller. G.F. Westerman werd in 1843 ook de eerste directeur en zou dat blijven tot zijn dood in 1890. Natura Artis Magistra betekent 'de natuur is de leermeesteres van de kunst' en zo zagen de oprichters hun genootschap ook. In Artis zijn kunst, architectuur, natuur, wetenschap, dieren en planten altijd met elkaar verweven geweest. Artis begon rondom de huidige kinderboerderij. De papegaaienlaan herinnert nog aan de allereerste begintijd.
Alleen voor leden
De meeste dierentuinen in die tijd waren privébezit. De oprichters van Artis wilden dat niet. Ze stelden de dierentuin open voor leden. In de praktijk betekende dit dat alleen een rijke elite Artis kon bezoeken. Het lidmaatschap was heel duur. Veel leden zagen het lidmaatschap als een statussymbool en schonken zelf ook allerlei kunstvoorwerpen en exotische dieren aan Artis. Vanaf het begin was Artis veel meer dan alleen een dierentuin. Er werden ook tentoonstellingen ingericht en lezingen gehouden.
Dieren in Artis
De collectie dieren stelde bij de oprichting niet zoveel voor. Een aantal papegaaien en wat aapjes. Maar al snel kon Artis de dierencollectie van kermisexploitant C. van Aken overnemen. En zo kwamen er in een keer zoveel dieren bij, dat Artis meteen moest uitbreiden: een panter, tijger, poema, leeuwen, hyena’s, een olifant, ijsberen, bruine beren, zebra, lama’s, kangoeroe, gnoe, apen en een boa constrictor van meer dan vijf meter.
Uitbreiding en openstelling voor een breder publiek: 1851 - 1937
Vanaf 1851 werden er langzamerhand en mondjesmaat andere bezoekers toegelaten. Alleen in september en alleen als introducé van een lid van het Zoölogisch Genootschap. September is sindsdien altijd de goedkope maand geweest van Artis. Was de toegang eerst een kwartje, later veranderde dat in 25% korting in september. Op 1 mei 1852 kreeg Artis het predicaat Koninklijk. De dierentuin breidde steeds verder uit en besloeg in 1878 al 10 hectare. In die tijd verrezen enkele herkenbare gebouwen zoals de roofdierengalerij (1859, in 2016 gesloopt) en het aquarium (1882). Veel Artisleden zaten op de grote vaart en namen allerlei voorwerpen mee uit verre landen. Rond 1900 waren er wel tien museumruimtes in Artis te vinden.
100-jarig bestaan en dreigend faillissement
In 1938 vierde Artis haar 100-jarige bestaan. Vlak daarna scheerde de oudste dierentuin van Nederland langs de rand van de afgrond. Artis kampte met hoge schulden, dalende bezoekersaantallen en verouderde gebouwen. Het leidde tot de oprichting van het Comité Redding Artis. De gemeente Amsterdam kocht de grond en de gebouwen. Dat leverde de dierentuin 1 miljoen gulden op. De dierentuin mocht de grond en de gebouwen huren voor 1 gulden per jaar. Artis was gered, maar toen brak de oorlog uit.
Artis in oorlogstijd: 1940 - 1945
Ironisch genoeg kwam Artis juist in de oorlogsjaren weer tot bloei. Tot en met 1943 namen de bezoekersaantallen elk jaar toe, omdat Artis een welkom vertier bood in een stad onder bezetting. Waar andere dierentuinen het zwaar hadden, had Artis het geluk dat ook de Duitse bezetters erg dol op de dierentuin waren. Ze brachten zelfs dieren uit Duitse dierentuinen naar Amsterdam. De Duitsers zorgden goed voor de dieren, zelfs in de hongerwinter hadden ze genoeg te eten. Dat leidde ertoe dat hongerende Amsterdammers naar Artis kwamen om eten te stelen van de dieren. Aan het eind van de oorlog kwam het ook voor dat noodlijdende dierentuinen hun dieren simpelweg dumpten bij Artis. Zo stonden er in november 1944 een leeuw, twee leeuwinnen, twee welpen en twee poema’s aan de poort uit Ouwehands Dierenpark in Rhenen.
Onderduikers in Artis
Er hebben naar schatting ongeveer 200 onderduikers in Artis gewoond. Zij waren overdag meestal gewoon aan het werk als dierenoppasser. Zo vielen ze niet op. 's Nachts sliep een grote groep op de hooizolder boven de roofdierengalerij. Een bijzonder verhaal is dat van een razzia in 1941. Een groep joodse jongens vluchtte toen Artis in. De Duitsers konden ze eenmaal binnen nergens meer vinden. Ze bleken verstopt te zitten in de apenrots (feestelijk geopend in 1940). Een oppasser had gauw een loopplank over het water gelegd. Ze werden niet gevonden. Ook hielp Artisdirecteur Sunier (die van Zwitserse afkomst was en vloeiend Duits sprak) een aantal Joden aan valse persoonsbewijzen, waarmee ze het land uit konden vluchten of zich als iemand anders konden voordoen.
Artis tussen 1945 en 1995
In de jaren 50 en 60 ging het weer goed met Artis. Bij het 125-jarige bestaan in 1963 werd het nachtdierenhuis geopend (gesloten in 2011) in gebouw De Volharding. De 50 jaar na de oorlog is niet de meest markante periode uit de geschiedenis van Artis. Het ging gewoon goed met de dierentuin. In 1988, bij het 150-jarig bestaan werd het Planetarium geopend.
Vernieuwingen vanaf eind jaren 90
In 1997 kan Artis uitbreiden aan de oevers van het entrepotdok. Het is het begin van een lange reeks vernieuwingen. Er komt onder meer een wolvenbos, een savanne en een tropische kas. Daarna volgt een Zuid-Amerikaanse Pampa, een insectarium en een vlinderpaviljoen.
Nieuwe directeur
In 2003 treedt directeur Haig Balian aan. Educatie wordt steeds belangrijker. Bovendien kiest Artis voor minder dieren, die meer ruimte krijgen en onder meer natuurlijke omstandigheden kunnen leven. Voorbeelden hiervan zijn het Lemurenland (2008), waar rode vari's los tussen de bezoekers rondlopen, en het volledig gerestaureerde apenhuis (2011), waar alle kooien zijn verwijderd en er een oerwoud is gecreëerd waarin onder meer apen en reptielen vrij kunnen leven. In 2016 werd de roofdierengalerij afgebroken, icoon uit een vervlogen tijd: toen het nog normaal was om katachtigen in kleine kooien aan het publiek te tonen. De ruimte die hiermee vrijkomt, gaat naar de olifanten.
Micropia
In 2014 opent Micropia, de eerste dierentuin met micropisch kleine organismen: bacteriën, virussen en schimmels. Hiermee drukt Balian definitief zijn stempel op Artis. Micropia wil een brug slaan tussen microbiologie en het grote publiek en een wereld zichtbaar maken die voor het blote oog verborgen is. De 'microzoo' won inmiddels verschillende prijzen.