T’ai Sjan; Een Heilige Berg in China

De tempels en heiligdommen op de T’ai Sjan in Oost-China maken deel uit van een bijzonder oud pelgrimsoord. Waarom wordt deze berg door de Chinezen als heilig vereerd? Welke goden hebben er hun schrijnen? Waarom is de T’ai Sjan voor taoïsten zo belangrijk? Het oude volk van de Han-Chinezen aanbad de natuur, zij vereerden onder hun vele goden ook rivieren en bergen. Sinds die tijden wordt de T’ai Sjan als heilig vereerd. Volgens de overlevering zou de legendarische keizer Sjoen al 2000 jaar v. Chr. Op de T’ai Sjan ‘de grote offers aan Hemel en Aarde’ hebben gebracht. In feite is de T’ai Sjan de heiligste van de vijf door het taoïsme vereerde bergen.

De grondbeginselen van het taoïsme

Het taoïsme is een heel strenge en tegelijk heel aardse religie. In de 4e eeuw v. Chr. Werd het land van het Han-volk verscheurd door verbitterde strijd. Vrede, zo dachten de eerste taoïsten, was alleen te vinden door alle materiële ambities te laten varen en in plaats daarvan de innerlijke en uitwendige wereld te observeren en te doorgronden.
Het taoïsme wilde terug naar de kleine, zichzelf bedruipende gemeenschappen van vrije mensen die volgens de taoïsten vroeger hadden bestaan. Ruzie zagen zij als een gevolg van handelen in strijd met de ware aard van de werkelijkheid, het Tao. Zij maakten geen onderscheid tussen ‘hoog’ en ‘laag’ in de rijken van mensen en dieren, maar zochten naar de essentiële eenheid en harmonie van alle dingen.

De verering van een groot aantal godheden

Als de bezoeker de zevenduizend treden van de T’ai Sjan vanuit de stad T’ai-an naar de Tempel van de Jaden Keizer op de top heeft beklommen, bereikt hij een complex van tempels, watervallen en groepen cipressen en pijnbomen. Omstreeks de tijd van de grote pelgrimage, tussen februari en mei, beklimmen dagelijks circa tienduizend mensen de T’ai Sjan.
Aan de voet van de berg staat de Tempel van de Top. De grote zaal is verfraaid met schitterende fresco’s, die een processie ter ere van de Berggod uitbeelden.
De pelgrim passeert onderweg naar de top van de T’ai Sjan twee aan godinnen gewijde tempels, de ‘keizerin van het Westen’, Wang Moe-tsji en de godin van de Poolster, Tai Moe. Deze godin heeft een derde oog (het spirituele ‘oog van wijsheid’) en vele armen en komt wellicht uit India. Haar paleis is het sterrenbeeld Grote Beer, dat eeuwig om de Poolster cirkelt.
De laatste steile trap naar de top voert de pelgrim dan door de Zuidelijk Hemelpoort naar de Tempel van de Dochter van de Berg, Pi Hsia Yoean Tsjoen, godin van de Dageraad. Zij zou de vrouw zijn geweest die de oorspronkelijke eigenares van de T’ai Sjan was. Het belangrijkste heiligdom is echter de Tempel van de Jaden Keizer, Yoe Hoeang, die circa duizend jaar geleden door de Soeng-keizer Tsjen Tsoeng, als allerhoogste god werd vereerd. Sindsdien heeft de Jaden Keizer als Heer van het Heden de belangrijkste plaats in het taoïstisch pantheon behouden.

Een centrum van levende energie

Vanaf de top van de T’ai Sjan heeft de pelgrim een fraai uitzicht, naar het noorden tot aan de Gele Rivier en naar het zuiden tot diep in de provincie waarin de grote wijsgeer K’oeng Foe-tsé (Confucius) in 551 v. Chr. ter wereld kwam.
Taoïsten zien de aarde als een levend organisme, vervuld van vitale energie (Ch’i). Alle heilige plaatsen van het taoïsme werden als centra van deze vitale energie gekozen, en de T’ai Sjan, de geheimzinnigste van die centra, trekt alle krachten aan. Tientallen tempels flankeren de trap van de T’ai Sjan, hier kan de pelgrim om vruchtbaarheid, voorspoed, een lang leven of om voorkennis bidden. Hier staan goden uit elke traditionele religie van China.
Tijdens de Culturele Revolutie zijn de heiligdommen op de T’ai Sjan ernstig beschadigd geraakt. Momenteel is de restauratie in volle gang en stromen de pelgrims weer toe, samen met de toeristen, die zich komen vergapen aan de machtige trap, en aan de poorten, tempels, bronzen en jaden beelden, bomen, inscripties, fresco’s, watervallen en al het ander moois op de heilige berg T’ai Sjan.