Materiaalkunde voor skiën
Ben jij een fanatieke skiër? Leer nu meer over het materiaal dat je gebruikt. Als je weet hoe het materiaal werkt, dan weet je ook hoe je het beter moet gebruiken. Bovendien kun je je materiaal aanpassen aan jou skigedrag. Materiaalkunde krijg je ook in de theorie van de skileraaropleiding en het is zeker niet onbelangrijk!
Materiaalkunde voor skiën
Ieder jaar op wintersportvakantie is natuurlijk echt heel leuk. Toch kun je het altijd beter maken. Je staat al van kinds af aan op de latten en ieder jaar ben je weer met smart aan het wachten op de wintersport. Leer nu over verschillende ski's en probeer een keer iets anders. Vragende mensen zijn te helpen. Als je ski's gaat huren of kopen kun je vragen naar een specifieke ski of skischoen, maar hoe weet ik nou welke ski of skischoen bij mij past? Je hebt heel veel verschillende soorten carvingski's. Er is special materiaal voor bijna elke activiteit op de piste en Off-piste. Het enigste wat je hoeft te doen is je af te vragen wat je wilt doen en dan je materiaal er op afstemmen. Deze combinatie zorgt voor de ultieme ervaring! Je moet ook je materiaal afstemmen op je kunnen. Je kunt de skiers onderverdelen in 4 groepen:
- Beginner
- Lichtelijk geavanceerde skiër
- Geavanceerde skiër
- Zeer geavanceerde skiër
Een beginner:
Is een skiër die nog nooit op ski's heeft gestaan. Waarschijnlijk zal hij de eerste paar keren op ski's nog heel wat af moeten zien. Hij begint eerst met de pizzapunt of sneeuwploeg techniek. Hij zal moeten leren stoppen en de eerste keer de blauwe piste afskieën.
Een lichtelijk geavanceerde skiër:
Is een skiër die de blauwe piste heeft overmeesterd met de pizzapunt. Nu gaat hij langzaam naar het parallel skieen. Dit zal hij nog oefenen op de blauwe piste en geleidelijk de rode piste proberen. Na een paar dagen zal hij ook de rode piste overmeesteren
Een geavanceerde skiër
Kan vrij skiën en is opgewassen tegen elke kleur piste. Deze skier kan parallel en waarschijnlijk ook al aardig in de weer zijn met de Carving-techniek en proberen Off-piste en een beetje springen.
Een zeer geavanceerde skiër
Is toe aan nieuwe dingen. Vaak zijn dit mensen die graag Springen, Achteruit skiën, Buckelpiste, Fun Tools, Off-piste en Tricks proberen. Ze beheersen de Carving-techniek en passen deze toe zonder problemen. Je kunt ook de skiwedstrijd hobbyisten bij deze groep tellen.
Algemene Informatie
Bij skiën en snowboarden heb je een paar algemene feiten:
- Taillering
- Torsie of wringing
- Schokdemper effect
De
taillering van een ski is een belangrijk deel van de Carvingski. Als je recht bovenop een ski kijkt zie je dat een normale ski een klein deel van een cirkel bezit. Als je een onbelaste ski waterpas op een berg zou zetten blijft het middelste gedeelte van de ski in de lucht. Zodra je de ski belast komt er een holle vorm in. Dit zorgt ervoor dat de ski altijd automatisch de berg omhoog glijdt. Als de cirkel kleiner wordt, worden de bochten ook kleiner.
De
torsie of wringing is een propeller-achtige beweging. Een propeller-achtige beweging betekend dat als je de punt en het einde van de ski in je hand houdt en dan in tegengestelde richting draait. De propeller-achtige beweging in een ski heeft veel invloed op het grip hebben op ijsplaten. hoe steviger de ski, des te minder wringing en minder wringing betekend meer grip op ijs.
Het
schokdemper effect heeft te maken met de voorspanning van een ski. De voorspanning van een ski is de tegendruk van het gewicht van de skiër. Als je een onbelaste ski van de zijkant bekijkt zie je dat het midden van de ski de grond niet raakt. Dit is een soort van schokdemper. Door deze schokdemper voelt het skiën rustiger aan en krijg je meer grip op je zijkanten.
Carvingski's:
De meest belangrijke soorten Carvingski's zijn:
- Allround Carver
- Race Carver
- Slalom Carver
- Cross Carver
- All Mountain Carver
- Freeride Carver
- Slopestyle Carver
Een
Allround Carver is de meest verhuurde en de meest gebruikte ski die er is. De Allround Carver is geschikt voor bijna elke conditie op de piste. Deze ski is aan te bevelen voor de beginner tot aan de geavanceerde skiër, omdat deze makkelijke te draaien is zonder te veel kracht te zetten. Aanbevolen lengte: de lengte van het lichaam + of - 5 cm.
Een
Race Carver is een normaal getailleerde* ski, speciaal voor hele grote lange bochten. Deze ski wordt vaak gebruikt voor de Reuzenafdaling Wereldcup. Deze ski is er om veel snelheid te maken en daarom geschikt voor de geavanceerde skiër tot zeer geavanceerde skiër. De meeste hobbyisten hebben deze ski's. Aanbevolen lengte: de lengte van het lichaam + 5 cm.
Een
Slalom Carver is een zeer getailleerde ski. Speciaal om kleine, korte bochten te maken. Echt een aanrader voor de mensen die de Carving-techniek hebben overmeesterd. Voor de zeer geavanceerde skiër. Aanbevolen lengte: 150 tot 165 cm.
Een
Cross Carver is een combinatie tussen de Race Carver en de Slalom Carver. De lengte van de ski is de lengte + 5 cm en hij is zeer getailleerd. Geschikt voor een geavanceerde tot zeer geavanceerde skiër. Een universele ski voor alle pistecondities.
Een
All Mountain Carver heeft alle voordelen van de Allround Carver, maar doordat deze ski breder is, kan hij ook worden gebruikt voor Off-piste. Hoe breder de ski, hoe makkelijker je de punten van de ski omhoog kan houden in de diepsneeuw. Ideaal voor een geavanceerde skiër die begint met Off-piste, Maar ook voor de zeer geavanceerde skiër geschikt. Aanbevolen lengte is lengte van het lichaam + of - 5 cm.
Een
Freeride Carver is de koning van de Off-piste. Nieuwere modellen hebben een Rockervorm*. De Freeride Carver is niet of bijna niet getailleerd en is een zeer lange en brede ski. Deze ski is puur alleen voor Off-piste gebouwd. Deze ski werkt het beste als er minimaal een halve meter diepe sneeuw is. Geschikt voor een zeer geavanceerde skiër. Aanbevolen lengte is: 185 cm tot 200 cm.
Een
Slopestyle Carver is de perfecte ski voor tricks. De Slopestyle Carver wordt ook wel Twin-Tips** genoemt. Deze ski is meestal vanuit het midden van de binding weg identiek aan elkaar en niet of bijna niet getailleerd. De Slopestyle Carver is de ideaale ski voor in het Funpark***. Ook Tricks op de piste zijn makkelijker op deze ski's. Geschikt voor een geavanceerde to zeer geavanceerde skiër. Aanbevolen lengte: Lengte van het lichaam + of - 5 cm.
*
Rockervorm: Rockervorm betekend dat de ski voor de achter geleidelijk omhoog buigt. Dat begint ongeveer 30 tot 50 cm na het einde van je binding. Hierdoor is het makkelijker om in de diepe sneeuw te skieen.
**
Twin-Tip: De ski is voor en achter hetzelfde omhoog gebogen. Er bestaat wel nog verschil waar de binding op de ski staat, dus het voorste gedeelte na de binding kan je langer maken als achter de binding, hierdoor wordt achteruit skieen vele malen makkelijker
***
Funpark: Een Funpark kan uit meerdere schanzen, rails en boxen bestaan. De meeste mensen die een Funpark gebruiken zijn zeer geavanceerde skiërs. Ze springen graag en zijn niet bang om af en toe een rail te nemen.
Tabel:
Carvingski | Snelheid | Grip op eis | Off-piste | Taillering |
Allround Carver | + | + | - | + |
Race Carver | ++ | ++ | - | + |
Slalom Carver | + | +++ | -- | ++ |
Cross Carver | ++ | ++ | - | ++ |
All Mountain Carver | ++ | + | + | + |
Freeride Carver | + | -- | +++ | -- |
Slopestyle Carver | + | - | + | - |
De skischoen:
Elke skischoen is gemaakt van een harde kunststof. De skischoen moet de juiste grootte hebben voor de voet. Bij het staan op skischoenen mogen je tenen het gedeelte voor in de binnenschoen lichtelijk aanraken. In een gehurkte positie mag je geen enkele druk voelen aan de voorkant van de schoen. Bij een skischoen moet je ook rekening houden met:
- Flex
- Canting(O- en X-benen
- Gaan-en-staan mechanisme
Flex
Flex betekend de hardheid van het kunststof van een skischoen. Hoe harder het kunststof hoe hoger de Flex. Flex is ook hoe strak de skischoen om je voet zit. Beginners hebben meestal een flex van ongeveer 50 tot 70. Lichtelijk geavanceerde skiërs hebben van 70 tot 90. Geavanceerde skiërs en zeer geavanceerde skiërs baseren hun Flex meestal op wat ze van plan zijn. Slopestyle en Freeride kan een flex van 100 tot 110 genoeg zijn. Als je echt extreem gaat heb je een hogere flex nodig, terwijl je voor een buckelpiste weer een lagere flex neemt. Maar wees altijd voorzichtig. Bij een 120 flex of een 130 flex wordt al snel je bloedcirculatie verminderd en dit leiden tot heftige pijn. De enigste manier om een extreem hoge flex te nemen is langzaam opbouwen.
Canting
Als je extreme X- of O-benen hebt, kun je ook problemen krijgen. Bijna elke schoen kun je aanpassen aan de stand van jouw benen. Probeer dit niet zelf. Laat de professionals in de winkel of bij het skiverhuur dit oplossen.
Gaan-en-Staan mechanisme
Het gaan en staan mechanisme is niet standaard op elke schoen. In principe een overbodige luxe. Doordat je de schoen met een speciale binding losmaakt, kun je makkelijker lopen. Over het algemeen heel erg fijn, maar zeker als je met je familie en vrienden in de bar blijft hangen.
Bekleding
- Zorg altijd dat je voldoende kleding aan hebt. Een spijkerbroek is geen optie. Probeer nooit op de huid iets van fleece of wol aan te trekken. Wol en fleece nemen veel vocht op, dus dan blijft het dicht op de huid. Iets van polyester of polypropylen is een hele goede optie. Deze stoffen voeren het vocht af, waardoor het minder vochtig wordt op je lichaam.
- Een muts of helm is heel erg belangrijk, want 80% van de lichaamswarmte verlaat je lichaam door je hoofd. Bovendien is het een regel in Oostenrijk dat kinderen tot 15 jaar een helm moeten dragen. Helmen zijn meestal gratis verkrijgbaar bij een gehuurde set ski's en stokken.
- Draag altijd handschoenen! Als je handen koud zijn ben je gevoeliger voor elke verwonding die je je kunt bedenken. Zorg dat je waterafstotende handschoenen hebt, want natte handschoenen betekend koude handen.
- Als jas en broek kun je beter iets hebben met Gore-Tex, Entrent of Dermizax erin verwerkt. Deze stoffen zorgen ervoor dat de nattigheid en wind buiten blijft en het zweet naar buiten kan.
- De bekleding beschermt je grotendeels tegen de zon en de wind. Een skibril is optimaal voor beide omstandigheden. Zorg dat je een stevigere zonnebril hebt die ook ng krasvast is. Zorg ook dat je zonnebril of skibril UVA, -B en -C bestendig is.
Fun Tools
Enkele Fun Tools zijn:
- Carvelino's, Bigfoots en Snowblades
- Skibob en Snowbike
- Snowskate of Skiboard
Bij Carvelino's, Bigfoots en Snowblades gaat het erom dat je extreem kleine ski's hebt. Ideaal voor het lesgeven aan kleine kinderen. Je bent extreem manoevreerbaar, omdat de ski's niet groter worden als 130 cm. Bigfoots zijn zelfs maar tussen de 30 en 50 cm lang. Je kunt het heel leuk maken met meerdere personen. Bijvoorbeeld kun je een grote ring gebruiken en dan proberen om elkaars as te draaien.
Bij een Skibob en Snowbike zit je op een fiets met een vaste ski onder het zadel en een wendbaar stuur met een ski eronder. Hierbij draag je ook nog eens Snowblades of Carvelino's om extra bij te sturen. Het is niet extreem moeilijk om te leren, maar je moet wel een doorzetter zijn.
Een Snowskate of Skiboard is een skateboard met vier kleine ski's eronder in plaats van vier kleine wielen(skiboard) of één klein snowboard(snowskate). Wil je hetzelfde momentum tijdens het springen(Ollie) als een skateboard, dan kun je beter voor het skiboard gaan. Wil je manoevreerbaarheid dat lijkt op die van een snowboard, dan is snowskate iets voor jou.
Kijk uit! Beide van deze Fun Tools zijn zonder binding. Dit maakt het niet alleen veel moeilijker, maar als je valt zonder vangriem, dan ben je hem kwijt.